Minister Hirsch Ballin wil regels doe-het-zelf-adoptie flink aanscherpen

www.trouw.nl
11 June 2009

Minister: strengere regels adoptie uit VS
Minister Hirsch Ballin wil regels doe-het-zelf-adoptie flink aanscherpen 
 

’Amerikanen kunnen wachten op gezond kind’
 
Mogen Nederlandse stellen baby’s blijven adopteren uit de Verenigde Staten? Over deze kwestie debatteert vandaag de Tweede Kamer.
De emoties lopen hoog op in het publieke debat over adoptie uit de Verenigde Staten. Minister Hirsch Ballin (justitie) wil de regels hiervoor flink aanscherpen, tot ongenoegen van onder meer de Nederlandse homobeweging. Die vreest dat het voor homostellen nauwelijks meer mogelijk is om een kind te adopteren, als de minister de deur naar Amerika inderdaad op een klein kiertje zet. Want andere landen accepteren geen adoptieouders van gelijk geslacht.
In de Tweede Kamer verdedigt Hirsch Ballin vandaag zijn standpunten, met het Haags Adoptieverdrag in de hand. Dat bepaalt onder meer dat de ondertekenaars hun best moeten doen om voor kinderen in eigen land een adoptie- of pleeggezin te zoeken. Interlandelijke adoptie wordt gezien als een laatste optie, voor kinderen die echt niet in eigen land kunnen worden ondergebracht.
Tot vorig jaar konden Nederlandse stellen alleen uit de Verenigde Staten adopteren via een doe-het-zelf-adoptie, in jargon ’deelbemiddeling’ geheten. Maar sinds de VS in mei 2008 ook het Haags Adoptieverdrag ratificeerden, mag deze vorm van adoptie niet meer van Hirsch Ballin. Hij wil deelbemiddeling sowieso verbieden, omdat die volgens hem niet goed te controleren valt.
De minister liet ook onderzoeken of Amerikaanse kinderen niet door Amerikaanse stellen kunnen worden geadopteerd. De uitkomst: zeer jonge kinderen kunnen ’zonder al te veel problemen’ een plek krijgen in een Amerikaans gezin, zo schreef hij afgelopen maandag in een brief aan de Kamer. Als er in het vervolg Amerikaanse adoptiekinderen naar Nederland komen, dan moeten dat volgens hem vooral kinderen van vijf jaar of ouder zijn, of kinderen die speciale zorg nodig hebben.
Om vooral homostellen tegemoet te komen, kondigde Hirsch Ballin in diezelfde brief twee nieuwe maatregelen aan. Momenteel is er één Nederlands adoptiebureau, Stichting Kind en Toekomst, dat adopties uit de Verenigde Staten regelt. Als het aan de minister ligt, komt er daarnaast nog een tweede bureau, dat zich gaat specialiseren in adopties door stellen van gelijk geslacht.
Bovendien mogen aspirant-ouders zelf contact zoeken met een van de zeventien goedgekeurde adoptieorganisaties in de Verenigde Staten. Dit lijkt een soort ’deelbemiddeling light’: hebben de aspirant-ouders dit contact eenmaal gelegd, dan dragen zij het over aan het Nederlandse adoptiebureau. Dat maakt er vervolgens een adoptie via volledige bemiddeling van.
Het is de vraag of Hirsch Ballin met deze maatregelen de voorvechters van de doe-het-zelf-adoptie tevreden stelt. In een gezamenlijke verklaring stellen de belangenvereniging van zelfdoeners in adoptie en homo-organisatie COC onder meer dat deelbemiddeling minstens even verantwoord en goed gecontroleerd is als de ’gewone’ adoptie via een Nederlands adoptiebureau. Ook bestrijden zij dat er voor baby’s genoeg Amerikaanse adoptieouders te vinden zijn. Vooral Afro-Amerikaanse kinderen zijn moeilijk te plaatsen in hun eigen land, zeggen zij.
Tegenstanders van deelbemiddeling hebben zich ook gemeld bij de Tweede Kamercommissie voor justitie. Onder hen zijn United Adoptees International, de organisatie van volwassen geadopteerden, Unicef, Cordaid en de Stichting Against Child Trafficking.
Zij onderstrepen, met de minister, het Haags Adoptieverdrag, waarin interlandelijke adoptie een laatste redmiddel wordt genoemd. Dat er voor zwarte kinderen geen Amerikaanse adoptieouders te vinden zouden zijn, valt volgens hen niet te rijmen met het feit dat Amerikanen zelf veel (ook zwarte) kinderen uit het buitenland adopteren.
© Trouw 2009, op dit artikel rust copyright.