Israel -sect/adopted, WRITTEN QUESTION E-2273/99 by Alexandros Alavanos (GUE / NGL) to the Commission on international adoptions

13 December 1999

 

WRITTEN QUESTION E-2273/99
by Alexandros Alavanos (GUE / NGL) to the Commission
13 december 1999
Subject: International Adoptions
The unrest that has arisen in recent days about the members of a sect called Christians, alarmed, brings back the problems of international adoptions in the day, particularly if it is to Eastern Europe. Among the 25 members of this sect are in need six adopted children from Romania, the special care. These children are supposed to in a safe environment to live and not be moved in a group of adults with uncertain intentions from Greece to Israel, especially since this group intends to press reports, take the turn of the century life, so that so that the life of children would be jeopardized.
The European Parliament believes that uncontrolled international adoptions are a big problem of our time, as well as the sexual exploitation of children, especially in the countries of Eastern Europe. The European Parliament has called in its resolution of 12.12.1996 (1) to improve the law and cooperation between the Member States in the adoption of minors, the Commission, the Council and the Member States, all legal and other measures to protect children to take against illegal international adoption practices.
Given the sharp increase in cases of abuse, exploitation and human rights abuses to the detriment of children, the Commission is asked to state what actions will lead them immediately into the ways to create a stronger institutional framework for international adoptions.
 
(1) ABl. C 20 vom 20.1.1997, p. 176.
 
Answer given by Mr Vitorino on behalf of the Commission
(21 January 2000)
The Honorable Member makes the problem of abuse, neglect and violations of human rights awareness at the expense of children. He begs to inform the Commission what action it intends to initiate without delay in order to create a strict institutional framework for international adoptions.
The Commission believes that there is already such a framework. The effective application of Community provisions will help prevent human rights violations against children.
The legislative measures, the Commission refers mainly to the Hague Convention of 29 May 1993 on the Protection of Children and Cooperation in Respect of Intercountry Adoption. All Member States are also members of the Hague Conference on Private International Law. According to the Secretariat of the Hague Conference, 27 members of the Hague Conference, including, however, only 7 Member States of the European Union, have ratified the 1993 Convention. Greece has not signed up today. By contrast, Romania and Israel, the Lord calls MPs especially, have ratified the Convention. The Parliament adopted on 12 December 1996 a resolution on improving the law and cooperation between the Member States on the adoption of minors before, to which the Honorable Member. The Assembly stresses the importance to the Convention and urges Member States to ratify it.
In the non-legislative measures, the Commission refers to the Daphne Initiative, which she brought in 1997 to the road. In its place, the Community Action Program has entered Daphne, on 1 January, started in 2000 and is planned for four years. The program has several goals: to improve protection of children, adolescents and women from violence (in the form of sexual exploitation and abuse), prevention of violence, and aid to victims of violent crime, in particular to avoid renewed attacks. Overall, it aims at contributing to a more effective protection of physical and mental health of children, adolescents and women. Participation in this Community Action Program is open to all associated countries of Central Europe, including Romania, therefore, to refer the Honorable Member.
****************************************************************

  

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2273/99

van Alexandros Alavanos (GUE/NGL) aan de Commissie

(13 december 1999)

Betreft: Internationale adopties

Er is de laatste dagen veel opschudding veroorzaakt door de leden van een sekte, genaamd verontruste christenen. Hierdoor werd het licht geworpen op het probleem van de internationale adopties, en met name die van kinderen uit de landen van Oost-Europa. Onder de 25 leden van de sekte zijn er zes gehandicapte kinderen, die uit Roemenië zijn geadopteerd. Die kinderen zouden eigenlijk het recht behoren te hebben om in een veilig milieu te leven, maar in plaats daarvan zijn ze vanuit Griekenland overgebracht naar Israël te midden van een groep volwassenen met onbekende voornemens, die volgens de pers van plan zijn om bij het aanbreken van het jaar 2000 zelfmoord te plegen. Hierdoor zou het leven van deze kinderen in gevaar worden gebracht.

 Het Europees Parlement heeft de mening uitgesproken dat de ongecontroleerde internationale adopties een groot probleem van deze tijd vormen, onder meer ook in verband met seksuele exploitatie. Dit geldt heel in het bijzonder de kinderen uit de landen van Oost-Europa. Het Europees Parlement heeft zich in een resolutie van 12 december 1996(1) uitgesproken voor een verbetering van de juridische bepalingen ten aanzien van de adoptie van minderjarigen en van de samenwerking tussen de lidstaten op dit gebied, waarbij het er bij de Commissie, de Raad en de lidstaten op aandrong de nodige juridische en andere maatregelen te nemen ter bescherming van kinderen in geval van internationale adopties.

 Gezien de toename van het aantal gevallen van mishandeling, verwaarlozing en schending van de rechten van de kinderen, zou ik de Commissie willen vragen: welke urgente maatregelen is zij van plan te nemen om een streng wettelijk kader te scheppen voor internationale adopties?

 (1) PB C 20 van 20.1.1997, blz. 176.

 Antwoord van de heer Vitorino namens de Commissie

(21 januari 2000)

De Commissie bedankt het geachte parlementslid voor het vestigen van de aandacht van de Commissie op de gevallen van mishandeling, verwaarlozing en schending van de rechten van het kind. Het geachte parlementslid verzoekt de Commissie specifiek welke urgentiemaatregelen zij voornemens is te treffen teneinde een streng institutioneel kader voor internationale adopties te scheppen.

 De Commissie is van mening dat een institutioneel kader voor internationale adopties reeds bestaat. De feitelijke inwerkingtreding van alle instrumenten die hierop betrekking hebben, zal bijdragen aan het voorkomen van gevallen van schending van de rechten van het kind.

 In het kader van de wetgeving refereert de Commissie in het bijzonder aan de Conventie van Den Haag van 29 mei 1993 inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van internationale adoptie. Alle lidstaten zijn tevens lid van de Conferentie van Den Haag inzake het internationaal privaatrecht. Uit de door het secretariaat van de Conferentie van Den Haag verstrekte informatie blijkt dat deze conventie van 29 mei 1993 is geratificeerd door 27 lidstaten van de Conferentie van Den Haag, waaronder slechts 7 lidstaten van de Europese Unie. Griekenland heeft destijds de conventie niet ondertekend. Roemenië en Israël, de landen waaraan het geachte parlementslid refereert, hebben de conventie geratificeerd. Het Parlement had in zijn resolutie van 12 december 1996 inzake de verbetering van het recht en de samenwerking tussen lidstaten inzake de adoptie van minderjarigen, genoemd door het geachte parlementslid, het belang van deze conventie opgenomen en de lidstaten aangemoedigd het te ratificeren.

Wat de acties die niet gerelateerd zijn aan de wetgeving betreft, wenst de Commissie te refereren aan het initiatief Daphné dat door haar in 1997 is geïntroduceerd. Dit initiatief is nu vervangen door het communautair actieprogramma Daphné (2000-2004) dat op 1 januari 2000 in werking is getreden. Het doel van dit programma is een hoog niveau garanderen voor de bescherming van de fysieke en mentale gezondheid door kinderen, adolescenten en vrouwen tegen geweld (inclusief het geweld door seksuele exploitatie of aanranding) te beschermen, door geweld te voorkomen en door hulp te bieden aan slachtoffers van geweldsdelicten, teneinde met name het opnieuw blootstaan aan geweld te voorkomen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat het communautaire actieprogramma open staat voor deelname van landen uit centraal Europa, waaronder Roemenië dat door het geachte parlementslid is genoemd.

 

**************************************************************************

SCHRIFTLICHE ANFRAGE E-2273/99
von Alexandros Alavanos (GUE/NGL) an die Kommission
(13. Dezember 1999)
Betrifft: Internationale Adoptionen

Die Unruhe, die in den letzten Tagen bezüglich der Mitglieder einer Sekte mit dem Namen beunruhigte Christen entstanden ist, bringt wieder die Probleme der internationalen Adoptionen an den Tag, insbesondere, wenn es sich um osteuropäische Länder handelt. Unter den 25 Mitgliedern dieser Sekte sind sechs Adoptivkinder aus Rumänien, die besonderer Fürsorge bedürfen. Diese Kinder sollten eigentlich in einer sicheren Umwelt leben und nicht in einer Gruppe von Erwachsenen mit ungewissen Absichten von Griechenland nach Israel verbracht werden, zumal diese Personengruppe nach Presseberichten vorhat, sich mit der Jahrtausendwende das Leben zu nehmen, so daß damit auch das Leben der Kinder gefährdet wäre.

Das Europäische Parlament ist der Auffassung, daß unkontrollierte internationale Adoptionen ein großes Problem unserer Zeit darstellen, so wie auch die sexuelle Ausbeutung von Kindern insbesondere in den Ländern Osteuropas. Das Europäische Parlament hat in seiner Entschließung vom 12.12.1996(1) zur Verbesserung des Rechts und der Zusammenarbeit zwischen den Mitgliedstaaten auf dem Gebiet der Adoption von Minderjährigen die Kommission, den Rat und die Mitgliedstaaten aufgefordert, alle rechtlichen und sonstigen Maßnahmen zum Schutze von Kindern vor unzulässigen internationalen Adoptionspraktiken zu ergreifen.

In Anbetracht der krassen Zunahme von Fällen der Mißhandlung, Ausbeutung und Menschenrechtsverletzungen zu Lasten von Kindern wird die Kommission um Mitteilung darüber ersucht, welche Maßnahmen sie unverzüglich in die Wege leiten will, um einen strengeren institutionellen Rahmen für internationale Adoptionen zu schaffen.

(1) ABl. C 20 vom 20.1.1997, S. 176.

 Antwort von Herrn Vitorino im Namen der Kommission

(21. Januar 2000)

Der Herr Abgeordnete macht auf das Problem der Mißhandlung, Verwahrlosung und Menschenrechtsverletzungen zu Lasten von Kindern aufmerksam. Er bittet die Kommission mitzuteilen, welche Maßnahmen sie unverzüglich einzuleiten gedenkt, um einen strengen institutionellen Rahmen für grenzüberschreitende Adoptionen zu schaffen.

Nach Ansicht der Kommission gibt es bereits einen solchen Rahmen. Die wirksame Anwendung der entsprechenden Gemeinschaftsvorschriften wird dazu beitragen, Menschenrechtsverletzungen an Kindern zu vermeiden.

 

Bei den legislativen Maßnahmen verweist die Kommission vor allem auf das Haager Übereinkommen vom 29. Mai 1993 über den Schutz von Kindern und die Zusammenarbeit auf dem Gebiet der internationalen Adoption. Alle Mitgliedstaaten sind außerdem Mitglieder der Haager Konferenz für internationales Privatrecht. Nach Auskunft des Sekretariats der Haager Konferenz haben 27 Mitglieder der Haager Konferenz, darunter allerdings nur 7 Mitgliedstaaten der Europäischen Union, das Übereinkommen von 1993 ratifiziert. Griechenland hat es bis heute nicht unterzeichnet. Hingegen haben Rumänien und Israel, die der Herr Abgeordnete besonders nennt, das Übereinkommen ratifiziert. Das Parlament legte am 12. Dezember 1996 eine Entschließung zur Verbesserung des Rechts und der Zusammenarbeit zwischen den Mitgliedstaaten auf dem Gebiet der Adoption von Minderjährigen vor, auf die der Herr Abgeordnete Bezug nimmt. Die Versammlung hebt darin die Bedeutung des Übereinkommens hervor und fordert die Mitgliedstaaten zu dessen Ratifizierung auf.

Bei den nichtlegislativen Maßnahmen verweist die Kommission auf die Daphne-Initiative, die sie 1997 auf den Weg brachte. An ihre Stelle ist das gemeinschaftliche Aktionsprogramm Daphne getreten, das am 1. Januar 2000 angelaufen und auf vier Jahre angelegt ist. Mit dem Programm werden mehrere Ziele verfolgt: besserer Schutz von Kindern, Jugendlichen und Frauen vor Gewalt (auch in Form sexueller Ausbeutung und sexuellen Mißbrauchs), Verhütung von Gewalt sowie Hilfe für die Opfer von Gewaltverbrechen, um insbesondere neuerliche Angriffe zu vermeiden. Insgesamt soll so ein Beitrag zu einem wirkungsvolleren Schutz der körperlichen und geistigen Gesundheit von Kindern, Jugendlichen und Frauen geleistet werden. Die Teilnahme an diesem Aktionsprogramm der Gemeinschaft steht allen assoziierten Ländern Mitteleuropas offen, somit auch Rumänien, auf das sich der Herr Abgeordnete bezieht.