Visiting rights sperm donor
12 March, 2008 by holebiinfo ( 1414 keer gelezen.)
Nederland: "Mama, wat komt die mijnheer bij ons doen?", Vraagt Jaco, die drieënhalf jaar is elke eerste zondag van de maand. "Wat zeg je dan?, vraagt moeder Sylvia Schramizich zich af. "Dat is je spermadonor, schat. Daar snapt zo'n kind toch helemaal niets van?"
Jaco is een van de 25 a 40 duizend kinderen die in Nederland opgroeien bij een homo of lesbisch koppel. Maar de laatste tijd zijn er af en toe wat problemen, omdat steeds meer en meer spermadonoren die het zaad voor deze baby's leveren, een actieve vaderrol eisen. En als dat niet goedschiks lukt dan maar kwaadschiks via de rechter zoals in dit verhaal.
De biologische vader van Jaco kreeg na anderhalf jaar procederen van het Amsterdamse gerechtshof zijn felbegeerde omgangsregeling. Niet de ochtend of middag per week, zoals hij had gevraagd, maar wel twee bezoekuren per maand.
Deze situatie is geen alleenstaand geval, steeds meer en meer spermadonoren trekken achteraf naar de rechter. Het gebeurt inmiddels ruim tien keer per jaar dat een Nederlandse spermadonor via de rechter een actieve vaderrol komt opeisen. Met als hoogtepunt een zaak van vorig jaar november, toen de Hoge Raad een omgangsregeling toestond aan een spermadonor die zijn kind slechts een keer had gezien.
Sylvia en haar vrouw José dachten dat het allemaal goed ging en dat alles goed geregeld was. In 1999 zochten ze via een advertentie naar een spermadonor die een vaderrol op afstand wilde vervullen. "We wilden geen anonieme donor, want dan ontneem je het kind de mogelijkheid zijn vader te leren kennen en zijn genetische wortels te achterhalen. Dus kozen we voor een bekende donor, iemand die er voor Jaco zou zijn op het moment dat hij er behoefte aan zou krijgen om een vader te hebben.
Sylvia en José kregen uiteindelijk drie reacties waarvan er eentje uitsprong. Het ging om een homo die graag wilde helpen. Er volgden enkele ontmoetingen en ze raakten het eens. Drie jaar lang kwam de donor maandelijks langst voor een inseminatie bij José die telkens mislukte, toen Sylvia het probeerde was het meteen prijs.
Maar vanaf de zwangerschap veranderde de donor compleet zijn houding. "Hij wilde bij de bevalling zijn, en ook op het geboortekaartje staan. We werden compleet verrast, en weigerden, omdat het totaal niet paste in wat er was afgesproken", zegt Sylvia.
Het eerste conflict ontstond na de bevalling. De donor eiste dat hij elke twee weken bij het kind op bezoek mocht komen. Om de lieve vrede te bewaren mocht hij maandelijks even langst komen. Maar de lieve vrede keerde niet weer en achteraf besefte beide dames dat ze er waren ingeluisd en dat de donor een vooropgezet plan had, en van in het begin niet van plan is geweest zijn actieve vaderrol op te geven. Elke eis van het lesbische koppel werd opgevolgd door en nieuwe eis van de donor-vader. Toen Jaco anderhalf was, ging de deur voor de donor op slot.
Steeds meer donoren willen een betrokken vader rol. Ook homo's willen steeds vaker vader zijn. Vroeger nam men automatisch afscheid van het ouderschap als homo en zelfs lesbische vrouw, want het krijgen van kinderen is iets voor hetero's. Maar dat is de laatste jaren al lang niet meer aan de orde, en is er een groeiende groep homo en lesbische paren die met kinderen door het leven gaan.
Tot in 2004 was de Hoge Raad erg terughoudend met het gunnen van omgangsregelingen aan spermadonoren, daarna veranderde er veel toen een spermadonor bij de raad een omgangsregeling eiste, en zich daarbij met succes beriep op artikel 8 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dit artikel voorziet in een grondrecht het recht op omgang als er sprake is van gezinsleven, ofwel als er sprake is van een nauwe persoonlijke band.
Wat een nauwe persoonlijke band is kijkt men in de vonnissen naar hoe vaak de donor het kind heeft gezien en hoe intens het contact is. Daarbij wordt de Hoge Raad steeds soepeler voor de spermadonoren, omdat internationale grondrechten nu eenmaal vaak de neiging hebben verder opgerekt te worden.
In november van vorig jaar kreeg een spermadonor van de Hoge Raad het recht op een omgangsregeling terwijl het kind inmiddels zeven jaar oud is en hij het nog nooit had gezien. De Hoge Raad liet zwaar wegen dat de donor het kind wel graag had willen zien, maar dat de moeder dit dwarsboomde, en oordeelde dat er wel hecht contact was ten tijde van de bevruchting, en dat beide partijen voor de donor een rol zagen weggelegd in het leven van het kind, ook al verschillen ze daarbij van mening.
Sylvia en José zijn niet blij met de uitspraak van de Hoge Raad. "We worden nu om onze oren geslagen met die tekst: vaderrol op afstand. In gesprekken met de donor hebben we dat begrip handen en voeten gegeven. Maar dáár trekt de rechter zich niets van aan. We voelen ons tot op het bot gediscrimineerd. Als wij een heterostel waren geweest was dit nooit gebeurd. Blijkbaar vindt het hof dat een kind een vader nodig heeft, punt uit. Een ontzettend ouderwetse uitspraak".
Maar volgens de Amsterdamse advocate Eusman heeft de lesbische achtergrond van het koppel niet de doorslag gegeven in de uitspraak, en is ze van mening dat wanneer het om een hetero-koppel had gegaan er dezelfde uitsprak was gekomen.
Notaris Héléne Faasen adviseert koppels op voorlichtingsavonden om altijd een donorcontract op te stellen. Het dwingt te betrokkenen na te gaan hoe ze hun toekomstige rol zien en wat men wel en juist niet van elkaar verwacht, wat meer duidelijkheid schept.
Mee praten over homo & lesbisch ouderschap: Klik hier
r