ZEMBLA onthult: Sri Lanka erkent bestaan 'babyfarms' voor adoptie

20 September 2017

ZEMBLA onthult: Sri Lanka erkent bestaan 'babyfarms' voor adoptie

20 SEPTEMBER 2017

LEESTIJD: 4 MINUTEN

Het bestaan van zogeheten ‘babyfarms’ was voor de regering van Sri Lanka in 1987 de belangrijkste reden om tijdelijk te stoppen met interlandelijke adoptie. Op babyfarms werden vrouwen zwanger gemaakt om aan de vraag naar adoptiekinderen te kunnen voldoen. Dat erkent de Sri Lankaanse minister van Volksgezondheid, dr. Rajitha Senaratne, naar aanleiding van onderzoek van ZEMBLA. “Er waren toen veel babyfarms,” aldus de minister. “Ze verzamelden daar de baby’s en verkochten ze aan buitenlanders voor adoptie.” Het is voor het eerst dat de Sri Lankaanse regering het bestaan van ‘babyfarms’ toegeeft. De verhalen over ‘babyfarms’ werden eerder afgedaan als geruchten.

Naar aanleiding van de bevindingen van ZEMBLA start Sri Lanka een onderzoek naar de fraude rond de adopties van duizenden kinderen die in de jaren ‘80 vanuit Sri Lanka naar Nederland zijn gehaald. Ook neemt minister Senaratne het initiatief tot het oprichten van een DNA-bank waar zowel kinderen als ouders op zoek kunnen naar hun bloedverwanten. (ZEMBLA: ‘Adoptiebedrog – Deel 2’, woensdag 20 september om 21.15 uur bij BNNVARA op NPO2)

Afgelopen mei onthulde ZEMBLA in de uitzending ‘Adoptiebedrog’ dat de adoptiedossiers van kinderen, die in de jaren ’80 vanuit Sri Lanka naar Nederland zijn geadopteerd, op grote schaal zijn vervalst. De moeders die afstand deden van hun kind blijken niet de échte, biologische moeders te zijn. Broers en zussen van de adoptiekinderen zijn verzwegen. Reisdocumenten zijn handmatig voorzien van nieuwe geboortedata.

'Acting mothers'

ZEMBLA ontdekt ook dat vanuit een ziekenhuis in Matugama kinderen werden verkocht voor adoptie. Dat verklaren verpleegkundigen van dat ziekenhuis. Ook spreekt ZEMBLA met een moeder wiens baby kort na de geboorte volgens de artsen was overleden. Ze vertelt dat een familielid heeft gezien dat een arts het kindje levend het ziekenhuis uitdroeg.

Vervolgens werden deze baby’s door zogeheten ‘acting mothers’ afgestaan ter adoptie. Acting mothers zijn vrouwen die tegen betaling zich voordeden als moeder van een ter adoptie aangeboden kind. ZEMBLA spreekt met een ‘acting mother. Ze vertelt dat ze een kind dat niet van haar was heeft afgestaan voor adoptie. Op de vraag van wie ze de opdracht kreeg om als ‘acting mother’ op te treden, zegt ze: “Iemand die was verbonden aan het ziekenhuis. (..) Ze hebben mij gevraagd te verschijnen als moeder. Toen gaven ze mij 2000 Roepie.”

Sri Lanka onderzoekt adoptiefraude

De Sri Lankaanse minister Senaratne neemt de bevindingen hoog op: “De regering (van Sri Lanka, red.) moet dit heel serieus nemen. We moeten een apart bureau opzetten waar ouders en kinderen hun DNA kunnen laten testen. Dat is een makkelijke manier om uit te vinden of de moeder echt of vals is. Ik neem hier het initiatief voor.”

ZEMBLA ontdekt ook dat een klein groepje van advocaten, medisch personeel en medewerkers van de Sri Lankaanse kinderbescherming destijds verantwoordelijk waren voor het adoptiebedrog. Zo waren artsen en verpleegkundigen in ziekenhuizen tevens de tussenpersonen voor Westerse adoptiebureaus.

Minister Senaratne zegt dat hij deze fraude gaat onderzoeken: “Het is op een illegale manier gebeurd, het is heel verkeerd. Het gaat tegen de mensenrechten van deze families in. Dat moet worden onderzocht.”

Reactie Dijkhoff

Desgevraagd laat staatssecretaris Dijkhoff, die verantwoordelijk is voor interlandelijke adopties, weten dat hij “momenteel inventariseert hoe destijds de rollen en verantwoordelijkheden verdeeld waren, hoe het toezicht destijds was geregeld en welke organisaties en personen hierbij in zijn algemeenheid betrokken zijn geweest.”

Dijkhoff schrijft ook: “Ook zal ik in gesprek gaan met een aantal betrokken organisaties (UAI, FIOM) en zal ik de Sri Lankaanse autoriteiten benaderen. Op basis hiervan zal ik bezien of er een rol voor de Nederlandse overheid is weggelegd.”

Stichting Flash verwisselde baby

ZEMBLA vindt een brief van het toenmalige adoptiebureau Stichting Flash uit 2001, gericht aan een medewerker van Flash op Sri Lanka. In de brief wordt beschreven dat van een te adopteren tweeling één baby sterft, en dat onder de naam van de overleden baby een ander kindje naar Nederland wordt geadopteerd.

In de brief staat onder meer: “De baby stierf. De advocaat (..) zegt de adoptieouders niet te huilen en stelt voor, om de papieren van het overleden kind te gebruiken om een andere wees de kans op een beter leven te geven. De adoptieouders hebben dit besproken met de voorzitter van Flash.”

Een voormalig bestuurslid van Stichting Flash en een voormalige medewerker zeggen desgevraagd tegen ZEMBLA zich de brief niet te kunnen herinneren.

ZEMBLA Adoptiebedrog 2: woensdag 20 september om 21:15 op NPO2

2