Zusters ontkennen geldgewin bij gedwongen adopties in Lommels tehuis
Sisters deny money for forced adoptions in Lommel's home
The Congregation of the Kindsheid Jesu Sisters was not the initiator of the non-profit organization Tamar in Lommel and did not derive any financial benefit from it. The sisters wish to clarify that today, after yesterday the Een magazine unpacked Koppen with a report about forced adoptions in the Lommel home in the 1970s and 1980s.
“Tamar was an autonomous association recognized by Child and Family. At the request of the non-profit organization, the congregation provided material support by opening up part of its buildings for assistance to pregnant women in need. She also made some sisters available for the care and guidance of those women, who often had to brave the judgmental attitude in society at the time, "the sisters report on Kerknet, the website of the Church in Flanders.
When the home was set up, there was also no legislation about giving up a child, the congregation believes. Only the legal procedure for adoption was arranged, the sisters say. The congregation strongly denies that it has taken any financial advantage from the service provided to the women who stayed in Tamar.
Today, based on victim testimonials, Het Belang van Limburg writes that the sisters sold the babies for big money (3,500 euros per baby) to well-to-do adoptive families.
Finally, the Sisters of the Kindsheid Jesu Sisters regret that "after so many years, women feel unhappy and have suffered trauma from giving up their child."
Dutch:
De congregatie van de Zusters Kindsheid Jesu was niet de initiatiefnemer voor de vzw Tamar in Lommel en heeft er geen financieel voordeel uit gehaald. Dat wensen de zusters vandaag te verduidelijken, nadat gisteren het Eén-magazine Koppen uitpakte met een reportage over gedwongen adopties in het Lommelse tehuis in de jaren 1970 en 1980.
“Tamar was een autonome vereniging erkend door Kind en Gezin. Op vraag van de vzw heeft de congregatie materiële steun verleend door een gedeelte van haar gebouwen open te stellen voor hulp aan zwangere vrouwen in nood. Ook stelde zij enkele zusters ter beschikking voor de zorg aan en de begeleiding van die vrouwen, die vaak de veroordelende houding in de toenmalige maatschappij moesten trotseren”, melden de zusters op Kerknet, de website van de Kerk in Vlaanderen.
Bij de oprichting van het tehuis bestond ook geen wetgeving rond het afstand doen van een kind, meent de congregatie. Enkel de juridische procedure voor adoptie was geregeld, zeggen de zusters. De congregatie ontkent met klem dat zij ook maar enig financieel voordeel gehaald heeft uit de dienstverlening aan de vrouwen die in Tamar verbleven.
Vandaag schrijft Het Belang van Limburg op basis van slachtoffergetuigenissen dat de zusters de baby’s verkochten voor grof geld (3.500 euro per baby) aan welgestelde adoptiegezinnen.
De zusters van de Zusters Kindsheid Jesu betreuren tot slot dat “na zoveel jaren vrouwen zich ongelukkig voelen en een trauma hebben overgehouden aan het afstaan van hun kind”.
.