‘Adoptiesysteem stimuleert wegkijken wanpraktijken’

15 May 2019

"Adoption system encourages malpractice to look away"

Criminologist Elvira Loibl leaves no doubt about it. Adoption involves a market. "Children can easily become goods that you can remove from families or pick from the street. They are then often "laundered" by means of documents. Demographic, economic and judicial disparities exist between the country of demand and the country of supply that crime always lurks. "

In her dissertation "The transnational illegal adoption market", on which she obtained her PhD on Wednesday at Maastricht University, Loibl exposes the weaknesses in the Dutch and German adoption systems. Moreover, it comes with recommendations for improvements.

The scientist who grew up in Austria also pays considerable attention to the long-standing story about adoption in the West. "The great belief in huge numbers of children that must be saved," Loibl calls it. "While that orphan crisis in the countries of origin is not nearly as great as we assume. Many children do have parents, but they put them - sometimes temporarily - in institutions for various reasons. Many street children have parents who also live on the street. And supply and demand do not always match: young, healthy babies are the most wanted, but most orphans are older and sometimes have a disability. "

How is it that this story is so deeply rooted in thinking?

"It is strong between the ears. Agencies that take care of the adoption carry the message with names such as Child and Future or Parents for Children. They genuinely believe in that. In the stories of adoptive parents, dissatisfaction about unwanted childlessness and the desire to save a boy or girl is often mixed up. The organizations involved sometimes include people who are themselves adoptive parents. That makes it complicated. "

You call the Hague Adoption Convention, which came into force in 1995, a Paard van Troje.

"I am not necessarily critical about this treaty ratified by many countries. The idea behind it is good: to prevent ethical standards for adoption and illegal practices. It's just too much based on trust: as if ratification only guarantees a tidy state of affairs. However, poverty, corruption and other factors make it difficult for many children-driving countries to put the high standards of the treaty into practice. Receiving countries do not monitor that enough. "

You compared the adoption systems of the Netherlands and Germany. Are the differences large?

"The starting point of the countries is already different. The Netherlands has been receiving adoptive children since the 1950s, Germany since the 1970s. Until then it sent children elsewhere because the war left its mark on poverty and broken families. Unlike the Netherlands, Germany does not prohibit private adoption. That makes control complicated, while it is already complex: supervision is exercised per federal country and not at federal level with one central authority. "

And the Netherlands?

"People are generally too confident. Ask questions if in a country like Haiti you have to pay nine to ten thousand dollars per child. Put pressure on detected abuses. The Netherlands, for example, failed to do so to China. Sometimes economic and diplomatic interests seem more important. Because of the dominant story about adoption, authorities are also quicker to whitewash than in other abusive practices with children. ”

How could it be better?

"Prohibition is not an option. The desire for children is too big for that. Then everything goes underground. Having everything arranged by governments seems ideal, but in practice it is impossible and states do look forward to enter a potential political minefield. They can monitor a lot better. What helps is to make adoption agencies co-responsible for the practices of their partners in child-driving countries. Now they are only liable for their own part. This encourages people to look the other way in unwelcome practices. "

Dutch:

Criminoloog Elvira Loibl laat er geen misverstand over bestaan. Bij adoptie is sprake van een markt. „Kinderen worden makkelijk goederen, die je bij families kunt weghalen of van straat plukt. Door middel van documenten worden ze daarna vaak alsnog ‘witgewassen’. Tussen het land van de vraag en het land van het aanbod bestaan demografisch, economisch, justitieel e zoveel ongelijkheden, dat misdaad steeds op de loer ligt.”

In haar proefschrift ‘The transnational illegal adoption market’, waarop ze woensdag aan de Universiteit Maastricht promoveerde, legt Loibl de zwaktes in de Nederlandse en Duitse adoptiesystemen bloot. Bovendien komt ze met aanbevelingen voor verbeteringen.

De in Oostenrijk opgegroeide wetenschapper besteedt ook ruim aandacht aan het lang zo dominante verhaal over adoptie in het Westen. „Het grote geloof in enorme hoeveelheden kinderen die gered moeten worden”, noemt Loibl dat. „Terwijl die wezencrisis in de herkomstlanden lang niet zo groot is als wij veronderstellen. Veel kinderen hebben wel ouders, maar die brengen hen – soms tijdelijk– om uiteenlopende redenen onder bij instellingen. Veel straatkinderen hebben ouders die ook op straat leven. En vraag en aanbod sluiten niet altijd op elkaar aan: jonge, gezonde baby’s zijn het meest gewild, maar de meeste wezen zijn ouder en hebben soms een handicap.”

Hoe komt het dat dit verhaal zo diep verankerd is in het denken?

„Het zit sterk tussen de oren. Bureaus die de adoptie verzorgen dragen de boodschap uit met namen als Kind en Toekomst of Parents for Children. Ze geloven daar oprecht in. In de verhalen van adoptieouders lopen in veel gevallen de onvrede over ongewenste kinderloosheid en de wens om een jongen of meisje te redden door elkaar. Bij betrokken organisaties zitten soms mensen die zelf adoptieouder zijn. Dat maakt het ingewikkeld.”

U noemt het in 1995 in werking getreden Haagse Adoptieverdrag een Paard van Troje.

„Ik ben niet per se kritisch over dit door veel landen geratificeerde verdrag. Het idee erachter is goed: ethische normen voor adoptie en illegale praktijken voorkomen. Alleen gaat het te veel op basis van vertrouwen: alsof ratificatie alleen een nette gang van zaken garandeert. Voor veel kinderen sturende landen blijkt het vanwege armoede, corruptie en andere factoren echter moeilijk om de hoge standaarden van het verdrag in de praktijk te brengen. Ontvangende landen monitoren dat te weinig.”

U vergeleek de adoptiesystemen van Nederland en Duitsland. Zijn de verschillen groot?

„Het uitgangspunt van de landen verschilt al. Nederland ontvangt al adoptiekinderen vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw, Duitsland sinds de jaren zeventig. Tot die tijd stuurde het kinderen naar elders, omdat de oorlog sterk haar sporen naliet met armoede en gebroken gezinnen. In tegenstelling tot Nederland verbiedt Duitsland private adoptie niet. Dat maakt controle ingewikkeld, terwijl het al complex is: het toezicht wordt uitgeoefend per bondsland en niet op federaal niveau met één centrale autoriteit.”

En Nederland?

„Men is over het algemeen te goed van vertrouwen. Stel vragen als er in een land als Haïti negen- tot tienduizend dollar per kind moet worden betaald. Zet druk bij geconstateerde misstanden. Nederland verzuimde dat bijvoorbeeld richting China. Soms lijken economische en diplomatieke belangen zwaarder te wegen. Door het dominante verhaal over adoptie zijn autoriteiten ook sneller vergoelijkend dan bij andere misbruikpraktijken met kinderen.”

Hoe kan het beter?

„Verbieden is geen optie. Daarvoor is de kinderwens te groot. Dan gaat alles ondergronds. Alles laten regelen door overheden lijkt ideaal, maar is in de praktijk ondoenlijk en staten kijken wel uit om zich in een potentieel politiek mijnenveld te begeven. Ze kunnen wel een stuk beter monitoren. Wat helpt is om adoptiebureaus medeverantwoordelijk te maken voor de praktijken van hun partners in kinderen sturende landen. Nu zijn ze alleen aansprakelijk voor hun eigen deel. Dat stimuleert om de andere kant op te kijken bij onwelgevallige praktijken.”