De meeste volwassen geadopteerden zijn tevreden met hun leven
Most adult adopters are satisfied with their lives
Intercountry adoption evokes both positive and negative responses and the discussion penetrates far into policy. Distance and adoption are major interventions in people's lives. Negative reports about adoption often dominate the media. But does this picture reflect how most of the 40,000 intercountry adopters think about their adoption? To clarify this, a questionnaire study was conducted in 2016 into the satisfaction of a large, varied group of intercountry adoptees in the Netherlands.
Because adoptive organizations, adoptive parents and organizations for adopted persons cooperated, a varied group of adopted persons could be heard: those who are critical of adoption, those who are positive about it and those who do not usually appear in the media. A scientific article about the results of this research has now been published in the magazine "Adoption and Fostering".
Satisfied with their lives
A large group, 1155 intercountry adopters, adopted from 32 countries between 1961 and 1998, responded. And guess what? Despite the often difficult start, the vast majority of adult adopters can build a life that they are happy with. They were even slightly more satisfied with their lives than the average Dutch population.
Adoption and distance
The adoptions were also positive about their adoption and being ceded. More than 90 percent stated that they seldom or never had negative emotions with regard to being adopted and ceded. Eighty percent were often positive about their adoption. They were more ambivalent about being ceded. For example, an adopted person wrote:
"That I have been adopted is - I think - the best patch on the life-sized wound that my donated has struck in my life."
The adoptions' feelings about their adoption were strongly related to their satisfaction with their lives: on average, those who are satisfied with their adoption are also satisfied with their lives.
The effect of time
In preparing the questionnaires, organizations of adopted people emphasized that they often saw that their members started to think differently about adoption in the course of their lives. Indeed, half of the adopted adults turned out to assess their adoption differently: in the large majority, positive emotions became stronger and negative feelings became less strong.
Good care
In contrast, it was the oldest adopted people who were the least satisfied with their adoption and ceded. This discrepancy is probably due to the circumstances surrounding the adoptions at a time when we still knew very little about adoption. There was no proper regulation of intercountry adoptions, only limited information for adoptive parents and hardly any specialized aftercare. That is why the authors point out the importance of good regulation, information and specialized aftercare in adoption from the results of this study.
Dutch:
Interlandelijke adoptie roept zowel positieve als negatieve reacties op en de discussie dringt door tot ver in het beleid. Afstand en adoptie zijn zware ingrepen in het leven van mensen. Vanuit de media overheerst vaak een negatieve berichtgeving over adoptie. Maar weerspiegelt dit beeld hoe de meeste van de 40.000 interlandelijk geadopteerden denken over hun adoptie? Om hierover duidelijkheid te krijgen, werd in 2016 een vragenlijstonderzoek uitgevoerd naar de tevredenheid van een grote, gevarieerde groep interlandelijk geadopteerden in Nederland.
Doordat zowel adoptieorganisaties, adoptieouders als organisaties voor geadopteerden meewerkten, kon een gevarieerde groep geadopteerden gehoord worden: geadopteerden die kritisch zijn ten opzichte van adoptie, geadopteerden die er positief tegenover staan en geadopteerden die meestal niet in de media komen. Over de uitkomsten van dit onderzoek is nu een wetenschappelijk artikel gepubliceerd in het tijdschrift ‘Adoption and Fostering’.
Tevreden met hun leven
Een grote groep, 1155 interlandelijk geadopteerden, tussen 1961 en 1998 geadopteerd uit 32 landen, reageerde. En wat blijkt? Ondanks de vaak moeilijke start kan de overgrote meerderheid van de volwassen geadopteerden een leven opbouwen waarmee ze tevreden zijn. Ze waren zelfs iets tevredener met hun leven dan de gemiddelde Nederlandse bevolking.
Adoptie en afstand
Ook over hun adoptie en afgestaan zijn waren de geadopteerden in meerderheid positief. Ruim 90 procent verklaarde dat ze zelden of nooit negatieve emoties hadden ten opzichte van hun geadopteerd en afgestaan zijn. Tachtig procent was vaak tot altijd positief over hun adoptie. Over hun afgestaan zijn, waren ze ambivalenter. Zo schreef een geadopteerde:
“Dat ik geadopteerd ben, is - denk ik - de beste pleister op de levensgrote wond die mijn afgestaan zijn heeft geslagen in mijn leven”.
De gevoelens van de geadopteerden over hun adoptie hingen sterk samen met hun tevredenheid met hun leven: gemiddeld zijn geadopteerden die tevreden zijn met hun adoptie ook tevreden met hun leven.
Het effect van tijd
Bij het voorbereiden van de vragenlijsten benadrukten organisaties van geadopteerden dat ze vaak zagen dat hun leden in de loop van het leven anders over adoptie gingen denken. Inderdaad bleek de helft van de volwassen geadopteerden hun adoptie anders te gaan beoordelen: bij de grote meerderheid werden positieve emoties sterker en negatieve gevoelens minder sterk.
Goede zorg
In contrast daarmee bleken juist de oudste geadopteerden het minst tevreden met hun adoptie en afgestaan zijn. Deze discrepantie is waarschijnlijk te wijten aan de omstandigheden rond de adopties in een tijd waarin we nog heel weinig wisten over adoptie. Er was nog geen goede regulering van interlandelijke adopties, slechts beperkte voorlichting voor adoptieouders en nauwelijks gespecialiseerde nazorg. Daarom wijzen de auteurs vanuit de resultaten van deze studie op het belang van goede regelgeving, voorlichting en gespecialiseerde nazorg in adoptie.
Ter Meulen, G., Smeets, D., & Juffer, F. (2019). The relation between adult adoptees’ feelings about relinquishment, adoption and satisfaction with life. Adoption and Fostering 43(2), 192-209