Vrouw die kind moest afstaan stelt Staat aansprakelijk
Woman who had to give up a child holds State liable
The first of more than ten thousand mothers who had to give up their child in the 50s, 60s and 70s, a woman went to court. Trudy Scheele-Gertsen (73) calls it disgraceful in the newspaper Trouw what happened to her and her son. She does not want compensation, but recognition of the suffering caused to her and her son.
Scheele-Gertsen became pregnant unmarried in the late 1960s and ended up in a home for unmarried mothers in Oosterbeek. Although she clearly stated that she wanted to keep her child, she had to give up her son immediately after birth. In those days, she insisted on seeing him once more.
Her lawyer, Lisa-Marie Komp, tells Trouw that the Child Protection Board could have known that she wanted to keep her child. In addition, says Komp, Dutch law and the Convention on Human Rights signed by the Netherlands had already established that the bond between mother and child is essential.
Scheele-Gertsen was also not informed of her rights, namely that she was entitled to assistance, to financial support from the father. Her child ended up in a home and was adopted after almost three years. She would later read in his file that he missed his mother in those early years and cried a lot.
Heavy pressure
Scheele-Gertsen was temporarily evicted from parental authority one month after birth and definitively released in November of that year. According to her, the latter happened as a matter of urgency, after she reported to the child protection and the home and told her that she wanted to take care of her child.
Between 1956, when the adoption law came into force, and 1984, when abortion became legal, an estimated ten thousand unmarried women gave up their child. According to Scheele-Gertsen, this happened under heavy pressure from the environment and there was an organized system for taking children away from unmarried women.
She now wants answers to questions. For example, why in the 1950s the care of mothers and children disappeared from the homes for unmarried mothers, and what role the government played in the idea that it was better to separate unmarried mothers and their children.
Contact again
Earlier this year, Minister Dekker for Legal Protection announced that an investigation would be conducted into the circumstances in which women renounced their child at the time. Scheele-Gertsen wants her questions to be included.
Scheele-Gertsen later had another three children with another man. Encouraged by her oldest daughter, she sent a message to her lost son a year ago. That was 48 years after his birth. The two have been in contact since then.
Dutch:
Als eerste van meer dan tienduizend moeders die in de jaren 50, 60 en 70 hun kind moesten afstaan stapt een vrouw naar de rechter. Trudy Scheele-Gertsen (73) noemt het in dagblad Trouw mensonterend wat er met haar en haar zoon is gebeurd. Ze wil geen schadevergoeding, maar erkenning van het leed dat haar, en haar zoon, is aangedaan.
Scheele-Gertsen werd eind jaren zestig ongehuwd zwanger en kwam terecht in een huis voor ongehuwde moeders in Oosterbeek. Hoewel ze duidelijk te kennen gaf dat ze haar kind wilde houden, moest ze haar zoontje direct na de geboorte afstaan. In die dagen kreeg ze hem, na aandringen, nog één keer te zien.
Tegen Trouw zegt haar advocaat, Lisa-Marie Komp, dat de Raad voor de Kinderbescherming had kunnen weten dat ze haar kind wilde houden. Daarbij, zegt Komp, was al in de Nederlandse wet en in het door Nederland ondertekende Verdrag voor de rechten van de mens verankerd dat de band tussen moeder en kind essentieel is.
Scheele-Gertsen werd ook niet op haar rechten gewezen, namelijk dat ze recht had op bijstand, op financiële steun van de vader. Haar kind belandde in een tehuis en werd na bijna drie jaar geadopteerd. Later zou ze in zijn dossier lezen dat hij in die eerste jaren zijn moeder miste en veel huilde.
Zware druk
Scheele-Gertsen werd een maand na de geboorte tijdelijk uit de ouderlijke macht gezet en in november van dat jaar definitief. Dat laatste gebeurde volgens haar met spoed, nadat ze zich bij de kinderbescherming en het tehuis had gemeld en vertelde dat ze voor haar kind wilde zorgen.
Tussen 1956, toen de adoptiewet van kracht werd, en 1984, toen abortus legaal werd, stonden naar schatting meer dan tienduizend ongehuwde vrouwen hun kind af. Volgens Scheele-Gertsen gebeurde dat onder zware druk van de omgeving en was er sprake van een georganiseerd systeem om kinderen bij ongehuwde vrouwen weg te halen.
Ze wil nu antwoord op vragen. Bijvoorbeeld waarom in de jaren 50 de zorg voor moeders en kinderen uit de tehuizen voor ongehuwde moeders verdween, en wat de rol was van de overheid in het ontstaan van het idee dat het beter was ongehuwde moeders en hun kind te scheiden.
Weer contact
Minister Dekker voor Rechtsbescherming heeft begin dit jaar aangekondigd een onderzoek te laten doen naar de omstandigheden waaronder vrouwen destijds afstand deden van hun kind. Scheele-Gertsen wil dat haar vragen daarin worden meegenomen.
Scheele-Gertsen kreeg later met een andere man nog drie kinderen. Op aanmoediging van haar oudste dochter stuurde ze haar verloren zoon een jaar geleden een bericht. Dat was 48 jaar na zijn geboorte. De twee hebben sindsdien contact.
.