Pessers overschreeuwt zichzelf
Pessers screams himself over
Gay couples do everything they can to fulfill their children's desire, Dorien Pessers suggests. In her crusade against contemporary narcissism she does not shy away from demagogy, concludes José Smits ....
IT is not difficult to go along with the indignation about contemporary narcissism as Dorien Pessers regularly describes in her column. Her last demagogic example was the gay professor who orders a child from the wife of a colleague, and entrusts his mother with daily care because he is busy with his work (Forum, September 23).
Earlier, she criticized the two gay men who bought a black child from the mother in the United States, concealed that they lived together as gays, and pretended to the American authorities that one of them is the father.
And then there was the sperm donor who approached dozens of Opzij readers for sex, the hospital that inseminated more than a hundred women with the (contaminated) seed of one donor. Pessers regularly gives us a tour of the modern horror house of 'self-decision makers'.
Pessers makes strong judgments on those specific examples. All sperm donors are 'probably mentally disturbed'. Gynecology and bio-industry can be aligned. Wanting parents do everything to put the biological parent offside. In this 'crazy self-determination ideology' the importance of children has disappeared.
Will the argument stand if less extreme examples are cited? It would have been obvious to describe as an example the domestic circumstances of lesbian mothers who want to adopt each other's children and go to court for that.
In the same contribution in which Pessers describes the case of the gay professor and his 'psychosexual wasp's nest', she also cites the recent judgment of the Supreme Court in which it rejects the right of adoption for lesbian mothers. Pessers must therefore also know this 'more normal' example of modern parenting.
This omission will make up for this. The four women who went to court have begotten children with seed from a donor. In a couple the man is known for the children; not with the other couple. The children were not conceived by the same mother. The mother who is biological for one child is the companion for the other child and vice versa.
Because now only a legal bond is possible with the biological mother, that situation has meaning for the relationship between the children. From a legal point of view, they are not brothers or sisters. For justice, two single-parent families happen to live here under one roof.
The family and the social environment in which they find themselves experience this differently. The consultation center, the general practitioner, the school, the children's sports club and the mutual family will recognize the mothers as 'parents / carers of'. The social service, if there is a benefit, will not doubt that people live here, "as if they were married."
The government wants to give the social parent the right to "co-authority" in the future. This means that the non-biological mother will have legal authority over the children until they reach the age of majority. The litigating women find that insufficient because co-authority is limited and because it does not regulate the legal relationship between brothers and sisters. Adoption law is more complete because it gives the legal status of a biological parent.
The litigating women make a comparison with men who, although they are not the causative agent, may adopt children if they are married to the biological mother of those children. Adoption in such a case breaks the bond with the biological father and gives legal status and descent right to the social father. Also when adopting foreign children the legal bond with the biological parents is broken.
The Supreme Court rejected the request of the lesbian mothers to the adoption right, because this is considered to be contrary to the descent right in which there are two biological parents. Adoption by hetero couples maintains that as fiction. Adoption by gay parents cannot be based on the fiction that legal parents are biological.
The Supreme Court suggests that adoption is possible if 'justice is done to the biological bond between child and donor'. Unfortunately, the Supreme Court does not elaborate that interesting suggestion in the judgment. Is the condition dictated by the care for the child that would have fewer problems if he knows his biological descent? That concern is justified. Or is the condition based on legal reasoning based on the strict descent law?
The practical problems can be guessed. If the donor is anonymous, does the social parent not get an adoption right? Is it not merely a blackmail tool to eliminate the anonymity of sperm donors who deliver via hospitals? And is that in the interest of the children? With the litigating mothers, one set would receive adoption rights and the other would not.
Pessers is pleased with the Supreme Court's suggestion because it leads to legal triangular relationships with complications that will have a discouraging effect. "There is no better method of contraception against narcissistic reproduction," she writes. That position is based on the idea that law should guide people's behavior. More ideal and at least more realistic is that law follows the behavior of people.
The horror of the professor with his tamagotchi, the sperm donor who ejaculates at random, and the homosexual men in child robbery is so shrill that it hides the view of the consequences of her position for heterosexuals.
Pessers wants the suggestion of the Supreme Court to maintain the biological bond, even after adoption, also apply to heterosexual couples. That will, if it becomes a requirement, make it impossible to adopt foreign children.
Pessers is a member of the Kortmann commission, which will soon advise the government on changes to the adoption and descent law. It is extremely curious about the opinion of the entire committee on this point.
Dutch:
Homo-stellen doen alles om hun kinderwens te kunnen vervullen, zo suggereert Dorien Pessers. In haar kruistocht tegen hedendaags narcisme schuwt zij demagogie niet, concludeert José Smits....
JOSE SMITS26 september 1997, 0:00
HET is niet moeilijk mee te gaan in de verontwaardiging over hedendaags narcisme zoals Dorien Pessers die regelmatig beschrijft in haar column. Haar laatste demagogische voorbeeld was de homoseksuele hoogleraar die een kind bestelt bij de vrouw van een collega, en zijn moeder met de dagelijkse zorg belast, omdat hij het druk heeft met zijn werk (Forum, 23 september).
Eerder hekelde zij de twee homoseksuele mannen die in de Verenigde Staten een zwart kind kochten bij de moeder, verzwegen dat ze als homo's samenwoonden en voor de Amerikaanse autoriteiten veinsden dat een van de twee de vader is.
En dan was er de spermadonor die tientallen Opzij-lezeressen benaderde voor seks, het ziekenhuis dat met het (besmette) zaad van één donor meer dan honderd vrouwen insemineerde. Pessers geeft ons met regelmaat een rondleiding in het moderne griezelhuis van 'zelfbeschikkers'.
Pessers verbindt aan die specifieke voorbeelden sterke oordelen. Alle spermadonoren zijn 'waarschijnlijk psychisch gestoord'. Gynaecologie en bio-industrie zijn op één lijn te stellen. Wensouders doen er alles aan de biologische ouder buitenspel te zetten. In deze 'dolgedraaide zelfbeschikkingsideologie' is het belang van kinderen verdwenen.
Blijft het betoog overeind als er minder extreme voorbeelden worden aangehaald? Het had voor de hand gelegen om als voorbeeld eerder de huiselijke omstandigheden te beschrijven van lesbische moeders die elkaars kinderen willen adopteren en daarvoor naar de rechter stapten.
In dezelfde bijdrage waarin Pessers het geval beschrijft van de homoseksuele hoogleraar en zijn 'psychoseksuele wespennest', haalt ze ook het recente arrest aan van de Hoge Raad waarin deze het recht op adoptie voor de lesbische moeders afwijst. Pessers moet dus evengoed dit 'normaler' voorbeeld van modern ouderschap kennen.
Bij deze wordt dat verzuim goedgemaakt. De vier vrouwen die naar de rechter stapten, hebben kinderen verwekt met zaad van een donor. Bij een stel is de man bekend voor de kinderen; bij het andere stel niet. De kinderen zijn niet bij dezelfde moeder verwekt. De moeder die voor het ene kind de biologische is, is voor het andere kind de meemoeder en omgekeerd.
Omdat nu alleen een juridische band mogelijk is met de biologische moeder, heeft die situatie betekenis voor de verhouding tussen de kinderen. Juridisch gezien zijn ze geen broer of zus van elkaar. Voor het recht wonen hier twee eenoudergezinnen toevallig onder een dak.
Het gezin en de sociale omgeving waarin ze verkeren ervaren dit anders. Het consultatiebureau, de huisarts, de school, de sportclub van de kinderen en de wederzijdse familie, zal de moeders erkennen als 'ouders/verzorgers van'. De sociale dienst zal, mocht er sprake zijn van een uitkering, er niet aan twijfelen dat hier mensen wonen, 'als ware zij gehuwd'.
De regering wil de sociale ouder in de toekomst het recht geven op 'medegezag'. Dat betekent dat de niet-biologische moeder juridisch zeggenschap krijgt over de kinderen tot ze meerderjarig zijn. De procederende vrouwen vinden dat onvoldoende omdat medegezag beperkt is en omdat het de juridische verhouding tussen broertjes en zusjes niet regelt. Adoptierecht is vollediger omdat het de juridische status van een biologische ouder geeft.
De procederende vrouwen trekken een vergelijking met mannen die, hoewel ze niet de verwekker zijn, kinderen mogen adopteren als ze getrouwd zijn met de biologische moeder van die kinderen. Adoptie verbreekt in zo'n geval de band met de biologische vader en geeft juridische status en afstammingsrecht aan de sociale vader. Ook bij adoptie van buitenlandse kinderen wordt de juridische band met de biologische ouders verbroken.
De Hoge Raad wees het verzoek van de lesbische moeders op het adoptierecht af, omdat dit in strijd wordt geacht met het afstammingsrecht waarin sprake is van twee biologische ouders. Adoptie door heterostellen houdt dat als fictie in stand. Adoptie door homo-ouders kan niet uitgaan van de fictie dat de juridische ouders de biologische zijn.
De Hoge Raad suggereert dat adoptie mogelijk is als 'recht wordt gedaan aan de biologische band tussen kind en donor'. De Hoge Raad werkt die interessante suggestie helaas niet uit in het arrest. Is de voorwaarde ingegeven door de zorg voor het kind dat minder problemen zou krijgen, als het zijn biologische afstamming kent? Die zorg is een terechte. Of is de voorwaarde ingegeven door een juridische redenering gebaseerd op het strikte afstammingsrecht?
De praktische problemen laten zich raden. Als de donor anoniem is, krijgt de sociale ouder dan geen adoptierecht? Wordt het daarmee niet louter een chantagemiddel om de anonimiteit van spermadonoren op te heffen die via ziekenhuizen leveren? En is dat dan in het belang van de kinderen? Bij de procederende moeders zou het ene stel wel adoptierecht krijgen en het andere niet.
Pessers is blij met de suggestie van de Hoge Raad omdat het leidt tot juridische driehoeksverhoudingen met complicaties die een ontmoedigend effect zullen hebben. 'Er is geen beter voorbehoedmiddel te bedenken tegen narcistische voortplanting', schrijft ze. Dat standpunt gaat uit van het idee dat recht het gedrag van mensen moet sturen. Idealer en in ieder geval realistischer is dat recht het gedrag van mensen volgt.
Het gruwelbeeld van de hoogleraar met zijn tamagotchi, de spermadonor die in het wilde weg ejaculeert, en de homoseksuele mannen op kinderroof is zo schel, dat het het zicht ontneemt op de consequenties van haar standpunt voor heteroseksuelen.
Pessers wil dat de suggestie van de Hoge Raad om de biologische band in stand te houden ook na adoptie, ook moet gelden voor heterostellen. Dat zal, als het een eis wordt, adoptie van buitenlandse kinderen onmogelijk maken.
Pessers is lid van de commissie Kortmann die de regering binnenkort adviseert over wijziging van het adoptie- en afstammingsrecht. Het maakt razend nieuwsgierig naar het oordeel van de voltallige commissie op dit punt.
.