Kans op buitenlandse baby neemt toe bij tegelijk aannemen van broertjes en zusjes

12 October 1996

Kans op buitenlandse baby neemt toe bij tegelijk aannemen van broertjes en zusjes

Kind steeds vaker groepsgewijs geadopteerd

Het komt steeds vaker voor dat Nederlandse ouders noodgedwongen meer dan één buitenlands kind tegelijk adopteren. Drie of vier kinderen in één keer is al geen uitzondering meer....

MIRJAM SCHOTTELNDREIER12 oktober 1996, 0:00

Van onze verslaggeefster

Mirjam Schöttelndreier

AMSTERDAM

Echtparen in Nederland hebben doorgaans voorkeur voor een baby. Die worden steeds minder aangeboden, maar de kans op adoptie van een jong kind neemt toe als de oudere broertjes en zusjes tegelijkertijd worden opgenomen. 'Het is vragen om moeilijkheden', zegt L. Sibbing van de Stichting WAN, die de nazorg coördineert voor adoptiegezinnen met problemen.

Nederlandse adoptie-ouders zijn bereid kinderen op te nemen met gecompliceerde achtergronden. 'Met kinderen van zigeuners, prostituees of gehandicapte kinderen heeft men in Nederland geen moeite', aldus directeur A. Hendriks van de Vereniging Wereldkinderen. 'Ook voor kinderen met een incest-achtergrond vinden we ouders.' De stichting Werkverband Adoptie Nazorg (WAN) plaatstkanttekeningen bij deze royale opstelling. 'Ik voorzie een nog grotere behoefte aan begeleiding en hulp', aldus L. Sibbing.

Onderzoek leert dat adoptiekinderen twee tot drie maal meer kans hebben op leer- en gedragsproblemen vergeleken met niet-adoptiekinderen. Ook neemt de hulpvraag toe naarmate de kinderen ouder worden. Sibbing: 'Ik pleit daarom voor grotere zorgvuldigheid bij kindplaatsingen.'

De verschuiving in het kinderaanbod is het gevolg van de toename van lokale adoptieprogramma's, waardoor er voor de kansrijke kinderen in het land zelf naar opvang wordt gezocht en de moeilijk plaatsbaren aan het buitenland worden aangeboden. 'Het wisselt nogal per land', aldus B. Heeg, directeur van Kind en Toekomst, de tweede organisatie in Nederland. 'Sri Lanka heeft de grenzen bijna gesloten, omdat men de adoptie vond indruisen tegen het zelfrespect. Bij de kinderen die nu nog worden aangeboden lijkt vaker iets aan de hand te zijn, maar misschien is dat niet meer dan toen zij onderdeel waren van een grotere groep.'

Jaarlijks worden in Nederland zevenhonderd buitenlandse kinderen geadopteerd, het merendeel via de Vereniging Wereldkinderen. Deze organisatie, de grootste in Nederland, plaatste de afgelopen maand het tienduizendste adoptiekind.

Behalve Wereldkinderen zijn zes andere vergunninghouders actief. Bij deze bemiddelende instanties zijn ook de ouderorganisaties ondergebracht.

Een onwenselijke situatie, vindt prof. dr. R. Hoksbergen, hoogleraar bij het aan de Utrechtse universiteit verbonden Adoptie Centrum. Hij vindt dat ouders te zeer onder druk staan van de bemiddelaars. 'Er zou een scheiding moeten komen tussen ouderorganisatie en bemiddelende instantie. Ouders moeten meer macht krijgen, want de posities zijn niet gelijk. Een bemiddelaar heeft belang bij plaatsing en het onderhouden van goede relaties in het gevende land. Dat kan haaks staan op het ouderbelang.'

Nee zeggen tegen een getraumatiseerd kind kan de goede relaties, bijvoorbeeld met een kindertehuis, onder druk zetten. Terwijl, is de ervaring van Heeg, een afwijzing beter is 'gelet op de geringe slaagkans' van zo'n adoptie. Ouderparen die al jaren intens naar een kind verlangen, moeten beschermd worden tegen te risicovolle adopties, aldus Heeg.

.