Uitspraak 200103332/1
ECLI: NL: Stainless steel: 2002: AE1597
Date of judgment
April 17, 2002
Content indication
On February 23, 2001, the Secretary of State for Justice (hereinafter: the Secretary of State) announced in a press release that, among other things, it had decided to suspend new applications for the adoption of children from Guatemala with immediate effect.
other appeals (up to 2004)
Complete text
Complete text
200103332/1.
Judgment date: April 17, 2002
DEPARTMENT
ADMINISTRATION JURISDICTION
Judgment on appeal:
the GuateniƱos Association, established in The Hague, and [appellant] and others,
appellants,
against the decision of the President of the district court in
The Hague of 24 May 2001 in the proceedings between:
appellants
and
the Secretary of State for Justice.
1. Process flow
On February 23, 2001, the Secretary of State for Justice (hereinafter: the Secretary of State) announced in a press release that, among other things, it had decided to suspend new applications for the adoption of children from Guatemala with immediate effect.
By letter of 27 February 2001, clarified by letter of 6 March 2001, the State Secretary also communicated this decision to the counsel of appellants in his capacity as counsel to two other prospective adoptive parents.
By decision of 18 April 2001, the State Secretary declared the objection to this objection by the appellants inadmissible. This decision is attached.
By decision of May 24, 2001, sent on June 20, 2001, the President of the District Court in The Hague (hereinafter: the President), in application of Article 8:86 of the General Administrative Law Act (hereinafter: Awb), appeal filed as unfounded. This statement is attached.
The appellants appealed against this decision by letter of 28 June 2001, received at the Council of State on 2 July 2001. The grounds were supplemented by letter of 3 August 2001. These letters are attached.
The State Secretary replied by letter of 1 November 2001.
The Division heard the case at the hearing on February 26, 2002, where appellants, represented by Mr. P. Baur, lawyer in Landgraaf, and the Secretary of State, represented by Mr. F.W. Bleichrodt and Mr. H. Lenters, lawyers in The Hague, and J.A.Th. Vroomans, an official in the department, has appeared.
2. Considerations
2.1. The dispute is whether the State Secretary's decision constitutes a policy rule within the meaning of Section 1: 3 (4) of the Awb.
2.2. The Department agrees with the president that the State Secretary is authorized to take decisions with regard to adoption and is therefore also authorized to establish policy rules in this regard.
The President has rightly considered that the decision contains a number of general rules regarding the balancing of interests that will be taken into account when exercising those powers.
2.3. Appellants' argument that the decision does not concern a policy rule now that appellants are concretely harmed in their interests, fails.
The President has rightly not endorsed this view and pointed out that insofar as an aspiring adoptive parent would be confronted in the adoption procedure conducted by him with a decision by the State Secretary, which would delay or make that adoption impossible, against the legal remedies of the Awb be open.
2.4. In view of the above, the President has rightly and correctly concluded that the Decree, published on 23 February 2001, establishes general rules that meet the description given in Section 1: 3 (4) of the Awb, and that there is therefore a decision containing a policy rule, against which no objection and appeal are open under the Awb.
2.5. The appeal is unfounded. The attacked decision needs to be confirmed.
2.6. There is no reason for a legal costs order.
3. Decision
The Administrative Jurisdiction Division of the Council of State
Doing justice in the name of the Queen:
confirms the attacked statement.
Determined by mr. J.A.M. van Angeren, Chairman, and mr. H. Bekker and mr. W. van den Brink, Members, in the presence of mr. S. Zwemstra, official of the State.
w.g. Van Angeren w.g. Zwemstra
Chairman of the official of State
Public speaking on April 17, 2002
91-405.
Dutch:
ECLI:NL:RVS:2002:AE1597
Datum uitspraak
17 april 2002
Inhoudsindicatie
Op 23 februari 2001 heeft de Staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) door middel van een persbericht bekend gemaakt dat, onder meer, is besloten om nieuwe aanvragen voor adoptie van kinderen uit Guatemala met onmiddellijke ingang op te schorten.
hoger beroepoverige uitspraken (tot 2004)
Volledige tekst
Volledige tekst
200103332/1.
Datum uitspraak: 17 april 2002
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de Vereniging GuateniƱos, gevestigd te Den Haag, en [appellant] en anderen,
appellanten,
tegen de uitspraak van de president van de arrondissementsrechtbank te
's-Gravenhage van 24 mei 2001 in het geding tussen:
appellanten
en
de Staatssecretaris van Justitie.
1. Procesverloop
Op 23 februari 2001 heeft de Staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) door middel van een persbericht bekend gemaakt dat, onder meer, is besloten om nieuwe aanvragen voor adoptie van kinderen uit Guatemala met onmiddellijke ingang op te schorten.
Bij brief van 27 februari 2001, toegelicht bij brief van 6 maart 2001, heeft de staatssecretaris dit besluit ook medegedeeld aan de raadsman van appellanten in diens hoedanigheid van raadsman van een tweetal andere aspirant-adoptiefouders.
Bij besluit van 18 april 2001 heeft de staatssecretaris het daartegen door appellanten gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Dit besluit is aangehecht.
Bij uitspraak van 24 mei 2001, verzonden op 20 juni 2001, heeft de president van de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage (hierna: de president) met toepassing van artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) het daartegen door appellanten ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben appellanten bij brief van 28 juni 2001, bij de Raad van State ingekomen op 2 juli 2001, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 3 augustus 2001. Deze brieven zijn aangehecht.
Bij brief van 1 november 2001 heeft de staatssecretaris van antwoord gediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 26 februari 2002, waar appellanten, vertegenwoordigd door mr. P. Baur, advocaat te Landgraaf, en de staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. F.W. Bleichrodt en mr. H. Lenters, advocaten te Den Haag, en J.A.Th. Vroomans, ambtenaar ten departemente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. In geschil is of het besluit van de staatssecretaris een beleidsregel in de zin van artikel 1:3, vierde lid, van de Awb inhoudt.
2.2. Met de president is de Afdeling van oordeel dat de staatssecretaris bevoegd is beslissingen ten aanzien van adoptie te nemen en daarmee ook bevoegd is tot het vaststellen van beleidsregels ter zake.
De president heeft terecht overwogen dat het besluit een aantal algemene regels bevat betreffende de afweging van belangen, waarmee bij de uitoefening van die bevoegdheden rekening zal worden gehouden.
2.3. Het betoog van appellanten, dat het besluit geen beleidsregel betreft nu appellanten concreet in hun belangen worden geschaad, faalt.
De president heeft terecht deze opvatting niet onderschreven en erop gewezen, dat voor zover een aspirant-adoptiefouder in de door hem gevoerde adoptieprocedure geconfronteerd zou worden met een besluit van de staatssecretaris, waardoor die adoptie wordt vertraagd of onmogelijk gemaakt, daartegen de rechtsmiddelen van de Awb openstaan.
2.4. Gelet op het vorenstaande is de president terecht en op juiste gronden tot de conclusie gekomen dat met het op 23 februari 2001 bekend gemaakte besluit algemene regels zijn vastgesteld, welke voldoen aan de in artikel 1:3, vierde lid, van de Awb gegeven omschrijving, en dat derhalve sprake is van een besluit inhoudende een beleidsregel, waartegen ingevolge de Awb geen bezwaar en beroep open staat.
2.5. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.M. van Angeren, Voorzitter, en mr. H. Bekker en mr. W. van den Brink, Leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Zwemstra, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Angeren w.g. Zwemstra
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 17 april 2002
91-405.