Chinezen zetten zich over hun schaamte heen om op zoek te gaan naar weggegeven dochters
ReportageEenkindbeleid
Chinezen zetten zich over hun schaamte heen om op zoek te gaan naar weggegeven dochters
Het pleintje in Shouning waar de Chinese ouders komen zoeken naar hun weggegeven dochters. Beeld Eefje Rammeloo
Chinese ouders durven eindelijk te zoeken naar dochters die ze lang geleden weggaven. Het eenkindbeleid is alweer een paar jaar afgeschaft, dus een boete krijgen ze niet meer. Achter de schaamte die overblijft, schuilt de diepe behoefte te weten hoe het met hun kind gaat.
Eefje Rammeloo2 juli 2020, 10:57
Ye Yunfeng heeft een gezicht vol lachrimpels, zo’n gezicht van iemand die graag kattenkwaad uithaalt en smakelijk kan lachen. Hij is vast een gezellige vader voor zijn zoon en dochter. Het zijn er twee, de derde was een ongelukje. De lachrimpels verdwijnen plots. “Was het een zoon geweest, dan was ik misschien nog wel met hem de bergen ingevlucht.” Het waren de hoogtijdagen van het eenkindbeleid en boer Ye kon niet nog een boete betalen.
Zijn ouders kenden nog wel iemand die de baby kon laten verdwijnen. Het meisje was een paar dagen oud toen haar ouders haar ’s ochtends aan een kreupele man meegaven. “De zon was nog niet op”, weet Ye nog. Toen hij een paar jaar later spijt kreeg, ging hij achter de man aan, maar die bleek al dood. Hij zou er wat voor over hebben om zijn nu 34-jarige dochter te zien. Het mooie is: niemand kan hem meer wat maken, want het eenkindbeleid is geschiedenis.
Een paar honderd ouders brengen hun zaterdagmiddag door op een pleintje in het stadje Shouning. Rusteloos wandelen ze van de ene naar de andere kant van het plein. Misschien dat hun dochter zich nét vandaag ook laat registreren. Op een tafeltje in het halfronde prieeltje liggen steriel verpakte wattenstaafjes en naaldjes. Trefzeker prikken de dames die het tafeltje beheren, in de vingers van de zoekers. Ze druppelen wat bloed op een kaartje dat ze in een bruine envelop aan een formulier nieten. Wie niet kan schrijven, kan het invullen aan hen overlaten.
Wu Qihou
Het regent vandaag, net als op de dag dat hij zijn dochter meegaf aan kennissen uit het dorp. Die wisten wel een gezin in het verderop gelegen stadje Putian. Wu Qihou herinnert zich nog als de dag van gisteren hoe zijn vrouw en hij het dochtertje instopten onder een dekentje, en haar toen zagen vertrekken. Het meisje was te veel. Er waren al zoveel andere kinderen. Wu kon geen boete meer betalen. Een van zijn dochters zoekt mee naar haar zus. Ze buigt zich over de folder met fotootjes van dochters die hun biologische ouders zoeken. Wu kijkt weg als het te moeilijk wordt, als de tranen opwellen. Zijn vrouw spreekt geen Mandarijn en kruipt weg achter haar man. Weten ze de geboortedatum nog? Welnee. Of toch? “Onze zoon is de 24ste februari jarig, zij is de 25ste jarig.” Ja, het deed pijn. Later zochten ze haar nog, maar het gezin in Putian dat haar dochter had opgenomen, was te vaak verhuisd en onvindbaar.
Er zitten al 14.000 DNA-kaartjes in de bibliotheek die Xun qin bang bang tuan, of: Help For Family Reunion, samenstelt van zoekers en zoekenden. Alles gaat in de computer die kijkt of er een match is. De link tussen moeders en dochters biedt de meeste zekerheid. Hoe meer mensen zich laten registreren, hoe groter de kans dat de stichting families kan herenigen. Het is al zevenhonderd keer gelukt.
Ye Yunfeng en zijn vrouwBeeld Eefje Rammeloo
De vraag of DNA-gegevens verzamelen nou wel zo veilig is, vindt vrijwilliger Xu Aisha een beetje raar. “Waarom wil je dat weten? De DNA-gegevens worden uitsluitend gebruikt voor het opsporen van familieleden. We zorgen er goed voor en geven de informatie niet aan anderen.”
Voor de dochters is de zoektocht naar hun biologische ouders minder ingewikkeld dan voor hun ouders. De generatie twintigers en dertigers weet hoe ze het internet kan gebruiken, sociale media kan inzetten om het net zo breed mogelijk uit te gooien. De moeilijkheid zit ’m erin dat de ouders zich schamen en niet graag toegeven dat ze ooit een dochter ‘wegdeden’.
‘Schaam je niet!’
Op een podium voor het prieeltje roept een vrijwilligster de mensen bij elkaar. “Niet bang zijn! Schaam je niet!” Om de beurt vertellen de zoekers wie ze kwijt zijn. Een moeder zoekt haar dochter. Als ze het te kwaad krijgt, slaat haar andere dochter een arm om haar heen. “We weten niet waar mijn zusje is...” Een oude man zonder voortanden roept iets dat niemand verstaat. Er wordt gegniffeld om zijn gehannes met de microfoon. Maar hij is niet de enige boer die alleen een lokaal dialect spreekt, en nog nooit te maken had met geluidsinstallaties.
Om de boeren naar het plein te lokken, laten de vrijwilligers rond het lunchuur tientallen warme maaltijden afleveren. Ze delen dampende bakjes rijst met vlees en groenten uit aan zoekende ouders. Veel van hen moesten uren door de groene, met mist behangen bergen van Fujian rijden om in Shouning te komen.
Ye Liqing
Het doet geen pijn, glimlacht Ye Liqing als het naaldje in haar vinger prikt. “Ik ben het gewend.” Ye heeft een aangeboren hartafwijking, en vermoedelijk wilden haar ouders om die reden van haar af. Op een dag lag ze voor de deur van Vanessa Chow’s winkeltje. Drie dagen lang gaf Chow het meisje te eten, en legde ze haar terug. Haar gezicht werd alsmaar donkerder en toen wist de winkelier dat ze ziek was. Ze had al een dochter geadopteerd, misschien kozen de ouders daarom haar winkeltje uit. Ye kijkt vermoeid als ze vertelt dat ze geen trap op kan lopen en dat haar borst pijn doet. Ze laat een plastic zak zien vol met medicijnen, gesmokkeld uit India. Haar gezicht klaart op als ze denkt aan haar jeugd. “Ik had het misschien wel beter dan andere, echte kinderen.” Toen haar adoptiemoeder vanochtend hoorde dat de organisatie vandaag in Shouning zoekers zou registreren duwde ze Ye in een taxi. Twee uur rijden is het van haar thuisdorp naar het plein. Chow wordt nu oud. Ze is al tachtig. “Wat als ik er niet meer ben? Wie zorgt er dan voor Ye?”
De definitieve afschaffing van het eenkindbeleid heeft iets losgemaakt op het Chinese platteland. Verweerde gezichten onder een pet lachen een gehavend gebit vol bruine plekken bloot. De lach camoufleert het diepe verdriet. Ye Yunfeng was al veel eerder op zoek gegaan naar zijn dochter, maar hij bleef altijd bang dat hij een boete zou krijgen. “We schamen ons zeker”, zegt zijn vrouw haspelend. Ook zij spreekt nauwelijks Mandarijn. Ze legt haar hand op haar hart. “Het deed zoveel pijn.”
30 miljoen minder meisjes
Het eenkindbeleid duurde van 1979 tot drie jaar geleden, en voorkwam door contraceptie, sterilisatie of abortus naar schatting 400 miljoen geboortes. In die periode werden er 30 miljoen minder meisjes geregistreerd dan jongens. Een studie uit 2016 berekende dat 25 miljoen dochters mogelijk niet werden opgegeven bij de burgerlijke stand. Het kind groeide op als buitenstaander. Wie geen identiteitskaart heeft, bestaat niet voor de Chinese wet, en heeft bijvoorbeeld geen recht op onderwijs en gezondheidszorg.
Hoeveel meisjes bij andere ouders opgroeiden, is niet bekend. Het aantal loopt in de miljoenen, dat is zeker. Iedereen kent wel iemand die een kind moest laten verdwijnen, of toeren moest uithalen om het toch in te kunnen schrijven in de burgeradministratie. Een adoptie gaf een meisje nog een redelijke kans.
Een vrouw die naar eigen zeggen gewoon even komt kijken, schiet zo nu en dan vol. “Ik ken de situatie zo goed. In mijn dorp ken ik twee families die hiermee te maken hadden. Ze zeiden dat hun baby’s dood waren. Een vreselijke tijd was dat. Als ik terug ben, vertel ik ze over deze organisatie.” Plotseling laat ze vallen dat ze zelf ook een dochter in het geheim heeft opgevoed. Van schrik slaat ze haar hand voor haar mond en haast zich weg.
Mei Rong
Mei Rong had het thuis lang niet slecht. Ze wist pas dat ze geadopteerd was toen kinderen op straat haar na begonnen te roepen. Daarna zeiden ook haar drie broers en twee zussen dat ze er niet bij hoorde. Toen wist ze het wel. Ze werkt met veel plezier in een viskwekerij, en maakt fruittaarten en bloemstukjes. In 2009 hoorde ze voor het eerst over een organisatie in Changle, die met DNA probeerde verloren familieleden bij elkaar te brengen. Ze begon erover te denken om haar echte ouders te zoeken. Nu is ze lid van een clubje van een dozijn of wat vrouwen. Ze dragen trots hun sjerp met gele letters, helpen elkaar en vertellen iedereen over de stichting. De hele club is op zoek naar hun ouders. “Alles dat ik hoop, is dat ze gezond zijn”, zegt Mei Rong. “Ik heb geen vragen voor ze. Het was een andere tijd, ik kan ze geen verwijten maken.”
Verdriet was er altijd, schaamte ook. Het was heel normaal om een kind ‘niet te willen’. De spijt kwam later, en dan was het vaak te laat. Jongens waren waardevoller dan meisjes in de boerendorpen. Niet alleen in de familiehiërarchie: ze konden ook harder werken op het veld.
Sommigen zijn bang dat hun dochter geen contact durft te zoeken. Op het podium in Shouning verklaren snikkende ouders dat ze niets van hun dochters verwachten. “Mijn gezondheid gaat achteruit”, zegt een vrouw op leeftijd. “Het maakt me niets uit of je getrouwd bent, ik wil gewoon graag weten of je een goed leven hebt.”
Vroeger hadden ze geen geld om de boete voor een extra kind te betalen. Nu de boete niet meer als een zwaard van Damocles boven hun hoofd hangt, beloven ouders hun verloren dochter te helpen als ze het zwaar heeft.
De regionale overheid steunt de organisatie Help For Family Reunion niet, ze gedoogt haar wel. Volgens vrijwilliger Xu Aisha is de overheid van mening dat de mensen het leed aan zichzelf te danken hebben. “Ze denken: we zeiden toch dat je niet zoveel kinderen moest krijgen. Dit krijg je ervan.” Liefst zou ze zien dat de overheid hen steunt om zo nog meer mensen bij elkaar te brengen.
Een Nederlandse match
De Nederlandse Linde Welberg (19) was de eerste buitenlander die haar DNA gaf aan het Chinese HFFR. Moeder Mieke Welberg was de drijvende kracht achter de zoektocht, hoewel ze aanvankelijk twijfels had. “Tijdens het tandenpoetsen kwam Linde opeens binnen. ‘Ik wil nu zoeken’, zei ze. Ik waarschuwde dat ze niet wist wat voor verhaal ze zou gaan horen.”
Welberg stuurde Linde’s oproep naar China en rammelde aan tientallen deuren tot ze hoorde over HFFR. Het lukte om een paar druppels bloed van Linde op te sturen. “Op een steriel gaasje lieten we wat bloed opdrogen. Dat ging tussen een ansichtkaart naar China.” Zo’n zestien maanden later was er een match. Linde’s ouders werkten als arbeiders in de champignonteelt in Fujian, en waren later teruggegaan naar Sichuan, hun thuisprovincie. De familie Welberg reisde een maand rond in China, en trok een week met Linde’s biologische familie op. “Het heeft Linde en haar biologische ouders vrede gegeven”, zegt Mieke Welberg.
De organisatie International Child Search Alliance (ICSA) helpt geadopteerden uit China bij de zoektocht naar hun biologische ouders.
Bloedmonsters naar China versturen kan nu ook op andere, minder provisorische manieren.
Geen schuldbekentenis
China is nog aan het herstellen van 35 jaar eenkindbeleid. Meewerken aan gezinshereniging kan lijken op een schuldbekentenis: alsof de overheid verantwoordelijkheid neemt voor de verdwijning van miljoenen meisjes.
De Communistische Partij heeft zich nooit laten kennen als een partij die in het openbaar aan introspectie doet, dus de kans op zo’n steunonderneming door de overheid lijkt niet groot.
Een regenwolk daalt neer op het plein, in de mist zakt de temperatuur opeens een paar graden. Jongens knetteren met rotjes onder de brug over de rivier. Het metalen frame van het podium kletst op de grond. De vrouwen aan het tafeltje tellen 21 nieuwe aanmeldingen. “Helemaal niet slecht.” De boeren gaan terug naar hun dorp. Ze hebben weer niets gevonden.
Nationale DNA-database
Familieleden met behulp van DNA aan elkaar linken, gebeurt steeds vaker in China. Het gaat dan meestal om kinderen die ontvoerd zijn, of verwarde mensen die verdwaald zijn. De provincie Guangdong wist naar eigen zeggen 6853 bedelaars met behulp van onder andere gezichtsherkenning en DNA-vergelijking terug te brengen naar hun familie. De stad Wenzhou zette een eigen DNA-database op voor familieleden die elkaar zoeken. Bijna duizend mensen gaven DNA af, en begin dit jaar waren er enkele tientallen matches. Huada Gene Company, een bedrijf in biotechnologie, beweert ondertussen een nationale DNA-database op te zetten. Critici vrezen dat genetische data op grote schaal worden verzameld met als doel de bevolking, en dan met name minderheden zoals de Oeigoeren in het verre westen van China, beter in de gaten te houden.
De identiteit van de anoniem opgevoerde bronnen is bekend bij de hoofdredactie.
Donderdagavond 2 juli om 19 .00 uur in Bureau Buitenland op NPO Radio 1 meer over adopties in China.
.