Tjibbe Joustra ziet ‘veel goede wil’ in verbeterplan adoptie, maar ‘invulling zal doorslaggevend zijn’
Tjibbe Joustra ziet ‘veel goede wil’ in verbeterplan adoptie, maar ‘invulling zal doorslaggevend zijn’
Ruim een jaar nadat de commissie-Joustra een vernietigend beeld schetste van de interlandelijke adoptie, presenteerde minister Franc Weerwind vorige week verbeterplannen. Voormalig topambtenaar Tjibbe Joustra is nog niet overtuigd. ‘De invulling zal doorslaggevend zijn.’
Haro Kraak19 april 2022, 20:01
Tjibbe Joustra Beeld Kiki Groot
Tjibbe Joustra
Beeld Kiki Groot
‘Hoe wil de minister garanderen dat er geen misstanden meer voorkomen bij adoptie uit het buitenland?’ Dat is wat voormalig topambtenaar Tjibbe Joustra zich afvraagt na bestudering van de nieuwe plannen van minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming, D66). ‘Ik heb gezocht naar welke elementen moeten leiden tot verbetering. Die zijn vrij moeilijk te vinden.’
Ruim een jaar geleden verscheen het rapport van de commissie-Joustra, dat een vernietigend beeld schetste van interlandelijke adoptie. Per direct werd adoptie uit het buitenland opgeschort. In de tussentijd werd gewerkt aan een nieuw plan.
Vorige week schreef de minister een brief aan de Kamer waarin staat dat adoptie van kinderen uit het buitenland toch weer mogelijk wordt. Een nieuw op te richten bemiddelingsorganisatie, nauw verbonden aan de overheid, moet erop toezien dat corruptie, kinderhandel en fraude worden uitgebannen. Bovendien moet altijd eerst in het land van herkomst worden gezocht naar passende opvang.
Zoeken naar concrete verbeterpunten
‘De brief behelst veel goede wil, maar de invulling zal doorslaggevend zijn’, zegt Joustra, die voor het eerst reageert op de plannen. ‘Voor de commissie heeft altijd vooropgestaan: hoe ga je zorgvuldig met kind om? En hoe garandeer je dat? In de voorstellen van de minister is het zoeken naar aanknopingspunten en concrete verbeterpunten.’
Vreemd, vindt Joustra. ‘Er is toch wel enige tijd geweest om na te denken hoe die voorwaarden vorm te geven. En in ons rapport hebben we gezegd dat we nog niet zo een-twee-drie zien hoe een alternatief systeem moet worden vormgegeven. We hebben gewaarschuwd dat het niet zo eenvoudig is.’
De grote vraag blijft: hoe gaat de overheid erop toezien dat in herkomstlanden geen misstanden voorkomen? ‘Naar een land toe gaan en daar rondkijken, daarmee heb je nog geen goed beeld van hoe daar de zaken lopen. De minister zegt nu: dat is voornamelijk de taak van het land van herkomst. Maar dat is nou net het probleem; dat werkt in sommige landen niet goed. De minister zegt dat hij de samenwerking met bepaalde landen wil heroverwegen, maar het is afwachten om welke landen het gaat.’
Eén centrale organisatie
Een van de concrete maatregelen die Weerwind voorstelt, is het samenvoegen van de huidige vier private bemiddelingsbureaus tot één centrale, door de overheid gestuurde organisatie. Deze nieuwe organisatie zou verder afstaan van de adoptieouders en zo onafhankelijker een geval moeten kunnen beoordelen. Daarnaast zou de slagkracht van de overheid in het land van herkomst groter zijn dan die van een bemiddelingsbureau.
Deze maatregel wordt in de brief omschreven als ‘indachtig de aanbeveling van de commissie-Joustra’. Maar, zegt Joustra, ‘daar hebben wij ons niet over uitgelaten. Dat is een curieuze samenvatting.’
Wie de bemiddeling ook doet, zegt hij, die staat of valt bij de inhoudelijke normen en de handhaving daarvan. ‘Een centrale organisatie vraagt een veel grotere betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de overheid. In ons rapport zeggen we dat decennialang de rol van de overheid bij de bemiddeling niet een heel prominente en doortastende rol is geweest. Dus er zal nog veel moeten gebeuren om dat te verbeteren.’
Sterke signalen
In de brief en de reacties daarop klinkt ook kritiek op het rapport van de commissie-Joustra. Betrokkenen zeggen dat er in de afgelopen tien jaar niet of nauwelijks misstanden zijn en dat er geen conclusies kunnen worden getrokken over de laatste jaren op basis van het onderzoek.
‘Dat is van begin af aan de kritiek geweest’, zegt Joustra. ‘Onze opdracht was om de problematiek rond adoptie tot 1998 te onderzoeken. Maar omdat er ook na 2000 nog allerlei zaken onze aandacht vroegen, hebben we een aantal elementen opgenomen om te zeggen dat het niet afgelopen was met de misstanden. We zijn meer exemplarisch te werk gegaan voor de periode daarna. We noemen een aantal voorbeelden uit een aantal landen. De signalen waren zo sterk dat we concludeerden dat de misstanden nog altijd niet zijn uitgebannen. Er zijn verbeteringen geweest, zeker, dat staat ook in het rapport. Het aantal misstanden zal ook afnemen omdat numeriek het aantal adopties zijn afgenomen.’
Adoptie uit het buitenland loopt al jaren gestaag terug in Nederland. Waar in 2004 nog 1.300 interlandelijke adopties plaatsvonden, waren dat er in 2019 nog slechts 145. De minister vraagt zich af of de enorme investering om een nieuw systeem op te tuigen in verhouding staat tot het dalende aantal adopties.
‘Dat lijkt me een goede vraag’, zegt Joustra. ‘Het is erg duur, zeker als de bemiddeling en handhaving min of meer door de overheid moeten worden geregeld. Je kunt je afvragen hoe het zit met de kosten van adoptie. Daarvan is het nu nog niet duidelijk wie die gaat betalen. Maar ook hier geldt: de brief is meer een stap in de juiste richting dan een uitwerking van een plan zelf.’
’