‘Jullie weten alles, wij weten niets. Wij hebben alleen maar leugens!’
‘Jullie weten alles, wij weten niets. Wij hebben alleen maar leugens!’
15 december 15 december Hans Knijff Drenthe
Kamola van der Kooij (l) en Naomi Bruinsma zijn als adoptiekinderen in Nederland gekomen. Nu worden ze geconfronteerd met een tombola van emoties. FOTO GERRIT BOER
Kamola van der Kooij (l) en Naomi Bruinsma zijn als adoptiekinderen in Nederland gekomen. Nu worden ze geconfronteerd met een tombola van emoties. FOTO GERRIT BOER
Direct dit artikel delen: Facebook Twitter E-mail
De gruwelijke misstanden met adopties uit Bangladesh hebben drie Bengaalse Drenten flink geraakt. Toch zitten ze niet bij de pakken neer. Ze hebben hun hoop gevestigd op de dna-databank en een verlossende ‘supermatch’.
De verhalen zijn haast te bizar voor woorden. Veel kinderen uit Bangladesh en Sri Lanka die in de jaren zeventig en tachtig zijn geadopteerd door gezinnen uit het Westen blijken indertijd te zijn geroofd van hun biologische vader en moeder.
Verhalen over ‘babyfarms’
Tientallen jaren later zijn sommige van deze ouders, én veel kinderen, nog altijd vertwijfeld op zoek. Er is op grote schaal geknoeid met adoptiepapieren. Broertjes en zusjes werden gescheiden en zijn bij verschillende adoptieouders ondergebracht. Er zijn zelfs verhalen over babyfarms, waar jonge vrouwen meteen na de bevalling hun kind moesten afstaan en het nooit meer terugzagen.
Uitzendingen van Nieuwsuur
Het afgelopen jaar zijn steeds meer van deze bijna onwaarschijnlijke verhalen naar buiten gekomen. In Nederland besteedde het tv-programma Nieuwsuurroyaal aandacht aan de gruwelijke misstanden. De Tweede Kamer is gealarmeerd en belangenorganisaties van geadopteerden uit onder meer Nederland, de Verenigde Staten, Zweden, Australië en Italië dringen aan op diepgaand onderzoek.
Tombola van emoties
De adoptiekinderen zelf - de meesten zijn nu eind dertig, begin veertig - zijn er vanzelfsprekend niet onaangedaan onder gebleven. Ze hebben er de handen vol aan om alle verwarrende informatie over hun verleden te verwerken. Tussen 1975 en 1980 zijn ongeveer vijfhonderd Bengaalse kinderen naar Nederland gekomen. Afgelopen zomer sprak Dagblad van het Noorden al met enkele van hen: Alom en Kamola van der Kooij, een echtpaar uit Dwingeloo van allebei 42, en Naomi Bruinsma, een 39-jarige vrouw uit Emmen. Ook zij zijn geconfronteerd met een plotselinge tombola van emoties. Alle drie worstelen ze opeens met vragen als: waar kom ik nu echt vandaan, zijn mijn natuurlijke ouders ook nog steeds naar mij op zoek, heb ik misschien broers en zussen die ook zijn geadopteerd? Antwoorden op die vragen zijn voor hen heel belangrijk. Belangrijker dan hun directe omgeving soms begrijpt.
Internationale dna-databank
Als we, een half jaar later, informeren hoe het nu met hen gaat, blijken twee dingen. Aan de ene kant moeten ze nog steeds zien om te gaan met de knagende onzekerheid, met hun persoonlijke verdriet. Maar de drie Bengaalse Drenten zitten niet bij de pakken neer, integendeel. Ze hebben wangslijm opgestuurd naar een grote, internationale dna-databank. De eerste, voorzichtige uitkomsten zijn ook al bekend. Het drietal is verder actief binnen Shapla, de Nederlandse vereniging van geadopteerden uit Bangladesh. Van daaruit proberen ze andere adoptiekinderen enthousiast te krijgen ook dna in te zenden. Kamola stapt binnenkort op het vliegtuig naar Dhaka, de hoofdstad van Bangladesh. Samen met andere voormalige adoptiekinderen neemt ze deel aan een rootsreis: de deelnemers hopen ter plekke nieuwe puzzelstukjes te vinden, die hun verleden alsnog iets helderder maken.
Tot dusver alleen 5th cousins
,,Ongeveer 75 leden van Shapla hebben al dna afgestaan”, vertelt de Dwingelse. ,,De eerste vijftig uitslagen zijn binnen. Helaas zitten er nog geen supermatches bij: ouders/kinderen of broers/zussen. Wel zijn er veel 5th cousins gevonden. Die term gebruikt een databank wanneer je ergens wel verre familie hebt.” Naomi bijvoorbeeld heeft 5th cousins in Australië, de VS en België. ,,Ik heb zelfs hun namen en emailadressen”, legt de Emmense uit. ,,Samen zouden we stamboomonderzoek kunnen gaan doen, maar ik weet niet of ik daar wel zin in heb. Het is wel érg verre familie.” De Shapla-leden zenden hun dna naar Family Tree, een commerciële Amerikaanse databank. Die vergelijkt hun dna-profiel met dat van miljoenen andere geregistreerden over de hele wereld. De grootste bottleneck is het feit dat biologische ouders in Bangladesh doorgaans niet de middelen hebben eveneens dna in te zenden. Via Shapla is al een begin gemaakt met het uitdelen van dna-kits in het Zuidaziatische land, die dankzij crowdfunding konden worden besteld.
Naar dorp uit babypaspoort
Kamola’s man Alom kwam zelf ook ter wereld in Bangladesh en is eveneens in een Nederlands gezin grootgebracht. Het stel heeft twee kinderen: een jongen en een meisje. Terwijl Alom bij hen blijft in Dwingeloo, staat Kamola op het punt opnieuw naar haar geboorteland af te reizen: ,,Ik was er in 2008 al eens en wil, zo goed en zo kwaad als dat gaat, verder zoeken in het dorp dat in mijn babypaspoort staat vermeld. Je blijft hopen dat je biologische familie treft. Dat je mensen ontmoet op wie je lijkt.” De deelnemers aan de dertiendaagse rootsreis krijgen standaardformulieren mee, die ze samen met mogelijke familie kunnen invullen.
‘Wie zegt dat ik niet gelukkig ben?’
Thuis in Dwingeloo, maar ook in huize Bruinsma, zullen Kamola’s ervaringen op de voet worden gevolgd. De Emmense legt uit hoe lastig het vaak is om niet-geadopteerden duidelijk te maken in welke onzekerheid ze leeft over haar afkomst en wat dat met haar doet: ,,Regelmatig hoor ik: ‘Je bent toch goed terechtgekomen? Je hebt een lieve man, een prachtige dochter, een huis, een baan en Nederlandse familie en vrienden’. Ja, maar wie heeft gezegd dat ik niet gelukkig ben? Neem ondertussen van mij aan dat de basis die ik in mijn leven had compleet onder mijn voeten is weggeslagen. Zelfs mijn geboortedatum is uit de lucht gegrepen.”
‘Waarom is mijn gezondheid zo slecht?’
Over onzekerheid gesproken: intussen kan Naomi elke dag een mailtje uit Amerika krijgen dat een nieuwe match is vastgesteld. Steeds meer adoptiekinderen immers schrijven zich in bij Family Tree. ,,In dat geval begint het pas echt natuurlijk. Ik wil zo graag weten op wie ik lijk. Ik heb een rond gezicht, heeft mijn moeder dat ook? En ik hoop er nog eens achter te komen waarom mijn gezondheid zo slecht is. In het ziekenhuis is mij al zo vaak gevraagd welke ziektes er in de familie zijn. Stel je voor dat ik die vraag eindelijk zou kunnen beantwoorden!” Tegen niet-geadopteerden zou ze willen zeggen: ,,Jullie weten waar je vandaan komt, wanneer je jarig bent, op wie je lijkt en waarom je bent zoals je bent. Jullie weten alles, wij weten niets. Wij hebben alleen maar leugens!”
‘Elke kans grijpen’
Maar wie weet wat 2018 de drie Bengaalse Drenten nog brengt. Naomi herhaalt nog maar eens dat ze de kans dat ze in contact komt met biologische familie niet groter wil inschatten dan hij strikt genomen is. ,,Maar ik wil mezelf later niet kwalijk nemen dat ik niet elke kans heb gegrepen die er was.”
‘Nederland is zelf medeschuldig’
Shapla, de Nederlandse vereniging van geadopteerden uit Bangladesh, is mede-ondertekenaar van een brandbrief aan de Tweede Kamer en de minister van Justitie en Veiligheid. In totaal 23 belangenorganisaties van geadopteerden dringen in het schrijven aan op diepgaand onderzoek naar misstanden bij internationale adoptie. Ze willen dat daarbij ook gekeken wordt of Nederland zelf ‘verwijtbaar nalatig’ heeft gehandeld. Het ministerie van Buitenlandse Zaken zou al in 1978 zijn gewaarschuwd over de Bengaalse adoptiepraktijken. Mocht de Kamer besluiten niets te doen met de oproep, dan overwegen de geadopteerdenorganisaties het OM in te schakelen en aangifte te doen tegen de Nederlandse Staat.
De ondertekenaars van de open brief vragen het parlement tevens om financiële steun voor geadopteerden die op zoek zijn naar hun biologische familie. Een niet meer dan logische stap, vindt Kamola van der Kooij uit Dwingeloo: ,,Als Nederland vroegtijdig is gewaarschuwd over de wanpraktijken, is ze medeschuldig. En veertig jaar na dato is het zoeken naar je natuurlijke familie er bepaald niet makkelijker op geworden. De dna-kits zijn niet goedkoop, om nog maar te zwijgen van de rootsreizen.”
Shapla roept ondertussen ook adoptiebemiddelaars op meer openheid van zaken te geven. Kamola: ,,Er is inmiddels drie keer gesproken met Wereldkinderen. Dat zegt telkens wel mee te willen werken, maar zodra een geadopteerde inzage wil in zijn dossier moet er flink worden betaald. Het algemene dossier-Bangladesh blijft gesloten.”
Dichtstbevolkte land ter wereld
Bangladesh grenst aan India en Myanmar. Het land is ruim drie keer groter dan Nederland, maar telt rond de 165 miljoen inwoners. Daarmee is het het dichtstbevolkte land ter wereld. In de hoofdstad Dhaka wonen zo’n 15 miljoen mensen. De meerderheid is moslim.
Het land wordt zeer regelmatig getroffen door natuurrampen, zoals tropische cyclonen en overstromingen. Ten tijde van de adopties van Bengaalse kinderen, met name in de tweede helft van de jaren zeventig, was Bangladesh bovendien politiek instabiel. Veel mensen hadden te weinig te eten. Nog altijd is het land heel arm: circa 90 procent van de bevolking leeft onder de armoedegrens.