Justitie stopte illegale adoptie in doofpot
Justitie stopte illegale adoptie in doofpot
Justitie heeft in de jaren 80 illegale adopties uit Brazilië verzwegen. In een strafrechtelijk onderzoek bleven diplomaten, tussenpersonen en malafide bemiddelingsbureaus buiten schot. Het besluit om 42 echtparen niet te vervolgen werd door de top bewust stilgehouden.
Tonny van der Mee 04-01-19, 05:00 Laatste update: 08:02
57
Uit onderzoek van deze krant blijkt dat het ministerie van Justitie en het Openbaar Ministerie in de jaren 80 worstelden met het stijgende aantal illegale adopties. Naar buiten verkondigden ze hard op te treden tegen ouders en bemiddelaars, maar achter de schermen lieten ze hen ongemoeid.
Deze krant had inzage in de volledige geheime notulen van de vergadering van procureurs-generaal, de top van het OM, voordat de Staat vorige maand een deel openbaar maakte en een onafhankelijk onderzoek gelastte. Daaruit blijkt hoe justitie illegale adopties uit Brazilië in de doofpot stopte.
Hoewel de ouders volgens officier van justitie J. Pieters, die het onderzoek leidde, ‘ernstige’ strafbare feiten pleegden, richtte hij zich vooral op de mogelijke organisatie áchter de adopties. Dat was ook een van de onderzoeksopdrachten.
Vrijwel alle ouders erkenden hulp te hebben gehad van tussenpersonen, maar ze weigerden namen te noemen en ontkenden betaling. Toch vonden de onderzoekers van de Rijkspolitie op documenten terugkerende namen van Nederlanders die bij de adopties als ambtenaar, tolk, kinderrechter, notaris of getuige hadden opgetreden.
Hoewel hun namen in het eindrapport zijn opgenomen, deed justitie geen nader onderzoek. Slechts een van hen, een Nederlandse tolk, werd gearresteerd. Maar pas nadat ze publiekelijk vertelde dat ze stellen had geholpen met het vertalen van valse geboortepapieren. Die waren doorverwezen door het consulaat en de ambassade. Ze bekende daarvoor te zijn betaald, maar ging vrijuit omdat ze ‘niet uit winstbejag’ handelde.
Binnen justitie was ook bekend dat diplomaten en hun echtgenotes betrokken waren bij illegale adopties. Toch is dat buiten het politieonderzoek gehouden. ,,De rol van ambtenaren en mensen op het consulaat is niet aan de orde geweest’’, zegt Magda Bronkhorst, toenmalig hoofd jeugdzaken bij de Rijkspolitie, desgevraagd.
Bemiddelingsbureaus
In een geheim gehouden ambtsbericht meldt officier van justitie Pieters dat Nederlandse bemiddelingsbureaus miljoenen verdienden met illegale adopties van Duitse echtparen. Hoewel het handelskarakter volgens een advocaat-generaal ‘het meest strafwaardige’ is, zijn ‘in het landelijke onderzoek geen verdere naspeuringen gedaan naar de werkzaamheden van de bemiddelingsbureau’s.’
De zaken tegen de ouders met een Braziliaanse adoptiebaby zijn na twee jaar geseponeerd. Volgens Pieters was geen sprake van criminele achtergronden of kinderhandel. Bovendien was de sociaal-emotionele belasting ‘zeer aanzienlijk’.
Minister Frits Korthals Altes (VVD) en staatssecretaris Virginie Korte-van Hemel (CDA) vonden een sepot ‘onafwendbaar’ maar ‘nogal onbevredigend’. Uit angst voor kritiek besloten de procureurs-generaal het sepot niet naar buiten te brengen. ,,De publiciteitsgolf lijkt wat geluwd; de actieve verspreiding van een persbericht werd daarom achterwege gelaten.’’
Frits Korthals Altes.
Frits Korthals Altes. © ANP
Dweilen met de kraan open
Zef Hendriks, toenmalig directeur van het Bureau Interlandelijke Adoptie (BIA), verwijt justitie ‘slap optreden’. ,,Justitie hield de rug niet recht en verzuimde illegale adoptie tegen te houden. Ze zeiden dat het moeilijk aan te tonen was en gaven ouders het voordeel van de twijfel. Dat was dweilen met de kraan open.’’
Nederland voelde zich niet geroepen onderzoek te doen in Brazilië en wilde het vooral stilhouden voor de autoriteiten. Terugsturen van baby’s was geen optie. Wel werd de grensbewaking op Schiphol aangescherpt en moesten consulaten alerter zijn.
Een actieve lobby binnen de Verenigde Naties en Interpol voor een internationale aanpak staat haaks op de milde strafrechtelijke behandeling van Nederlandse ouders in de Braziliaanse zaak. Stellen kregen nog vóór het onderzoek de garantie dat hun kind niet zou worden weggehaald. Ze mochten later zelfs meer kinderen (legaal) adopteren.
De hoofdofficieren kregen de opdracht slechts ‘standjes’ uit te delen. Directeur J. Visser van de Raad voor de Kinderbescherming spreekt van ‘scheef getrokken civielrechtelijke verhoudingen’.
Falende procedure
De procureurs-generaal legden het probleem vooral bij de falende adoptieprocedure met lange wachttijden. Ze achtten het verstandiger dat justitie erkent dat ‘onder dergelijke omstandigheden strafrechtelijk optreden niet kan rechtzetten wat in de sfeer van preventie had moeten gebeuren.’
Hans Walenkamp, destijds bestuurslid bij Wereldkinderen, denkt dat de angst voor de publieke opinie een rol speelde. ,,Als je een kind adopteerde, was je een goed mens. Zo was de stemming. Je krijgt half Nederland over je heen als je daar wat aan doet. Je gaat toch geen adoptieouders aan de schandpaal nagelen die zich het lot van arme kinderen aantrekken? Ik denk dat het ministerie geen zin had in gesodemieter.’’
’