Motalib Weijters terug naar Dhulia

9 April 1998

Motalib Weijters returns to Dhulia

'I will bring you happiness on your old age', Motalib promised his mother Rockea three years ago at the farewell ....

ANNEKE TEUNISSEN9 April 1998, 0:00

Run away from home, not as a rebellious teenager, but as a five-year-old boy who was hungry and afraid his father would give him another beating. He ended up among the begging street children of Barisal, a port city in Bangladesh. 'For three rainy seasons' he wandered around.

Until a man from a children's home took him away. If he were to become an orphan, he could be eligible for adoption. It worked. The six-year-old Bengalese Motalib started a new life with the Weijters family in Wanroij.

Motalib learned Dutch and forgot Bengali. He forgot the name of his native village and even his family name. It was quite a challenge to find his family in Bangladesh after seventeen years. Many mothers Rockea reported that so many sons had lost Motalib. Then one Moslem knocked on the door of the hotel room. He was able to tell about a suicide attempt by mother Rockea, after father had mistreated a child again. Motalib had found his brother. Father was deceased.

In the village of Dhulia he found his family in the same deplorable conditions as he had left seventeen years before. Children with rice belly and worms. One water pump for a thousand people. Not one good toilet. 'The food was cooked with the dirty water from the pond. I became very angry then, because that is very dangerous. There was a pump, but it was too far away. "

Back in the Netherlands, Motalib quickly set up a foundation that had to start helping his native village. His story received attention in the media, so that the first guilders poured in. The Foundation Land Development Project Bangladesh (Slopb) has been in existence for more than three years and has gained a foothold after a difficult start.

With his girlfriend Ingrid, Motalib left for Bangladesh to set up the first small pilot projects. They learned Bengali. After nine months it became politically very noisy, so they decided to go back. 'That was also a good test to see what remains of the projects when we are not there.'

Motalib was able to absorb the damage six months later. The hand tractor provided by the Slopb was demolished, the fish from the fishpond had been washed away during a flood, the goats for goat breeding had been slaughtered and the rice harvest had failed in part. His disappointment was great. Ingrid reminded Motalib of his promise to Rockea. So he continued.

De Slopb started to specialize. In water pumps and latrines. One water pump per eighty people is now the goal. And the Slopb was training Bangladeshis in their maintenance and in hygienic water use. The project last year reached four thousand people in Dhulia and surroundings. Ten Bengalese are employed by the Slopb, seven men and three women, and two Dutch, a development worker and Motalib.

"I have a lot of development organizations out there looking for a partner. That turned out to be very difficult. We try to bring irrigation, family planning and schools to other organizations. But they say: sorry, our money for that area is gone. We are now ready to help us with the implementation if we collect the money. '

A difficult obstacle to take was corruption. "Corruption is an established fact there. If you want to get something done, you have to come across the bridge with takas. ' But Motalib and Ingrid were lucky enough to be able to tell their story for Bengali television. 'That has made such a big impression that we then managed everything without having to pay. Forty million Bangladeshis recognize us now. If someone has TV, the whole village comes to watch. My story is a fairy tale for them. They are very proud of me. "

Dutch:

Motalib Weijters terug naar Dhulia

'Ik zal u geluk brengen op uw oude dag', beloofde Motalib zijn moeder Rockea drie jaar geleden bij het afscheid....

ANNEKE TEUNISSEN9 april 1998, 0:00

Van huis weggelopen, niet als opstandige tiener, maar als jongetje van vijf dat honger had en bang was dat zijn vader hem weer een pak slaag zou geven. Hij kwam terecht tussen de bedelende straatkinderen van Barisal, een havenstad in Bangladesh. 'Drie regenseizoenen' lang zwierf hij rond.

Tot een man van een kindertehuis hem meenam. Als hij zich zou voordoen als wees, kon hij in aanmerking komen voor adoptie. Het lukte. De zesjarige Bengalees Motalib begon een nieuw leven bij het gezin Weijters in Wanroij.

Motalib leerde Nederlands en vergat het Bengalees. Hij vergat de naam van zijn geboortedorp en zelfs zijn familienaam. Het was dan ook een hele toer om na zeventien jaar zijn familie in Bangladesh terug te vinden. Vele moeders Rockea meldden zich, die even zovele zonen Motalib waren kwijtgeraakt. Toen klopte ene Moslem op de deur van de hotelkamer. Hij wist te vertellen over een zelfmoordpoging van moeder Rockea, nadat vader weer een kind had mishandeld. Motalib had zijn broer teruggevonden. Vader bleek overleden.

In het dorp Dhulia trof hij zijn familie aan in dezelfde erbarmelijke omstandigheden als hij het zeventien jaar daarvoor had verlaten. Kinderen met rijstbuikjes en wormen. Eén waterpomp voor duizend mensen. Niet één goede wc. 'Het eten werd gekookt met het vieze water uit de vijver. Ik ben toen heel boos geworden, want dat is erg gevaarlijk. Er was wel een pomp, maar die was te ver weg.'

Terug in Nederland stampte Motalib in korte tijd een stichting uit de grond die zijn geboortedorp moest gaan helpen. Zijn verhaal kreeg aandacht in de media, zodat de eerste guldens binnenstroomden. De Stichting Land Ontwikkelings Project Bangladesh (Slopb) bestaat nu ruim drie jaar en heeft na een moeizame start voet aan de grond gekregen.

Met zijn vriendin Ingrid vertrok Motalib naar Bangladesh om de eerste kleine proefprojecten op te zetten. Ze leerden Bengalees. Na negen maanden werd het politiek erg rumoerig, zodat ze besloten terug te gaan. 'Dat was bovendien een goede test om te zien wat er overeind blijft van de projecten als we er niet zijn.'

Een half jaar later kon Motalib de schade opnemen. De door het Slopb verstrekte handtractor bleek gesloopt, de vissen uit de visvijver waren tijdens een overstroming weggespoeld, de geiten voor de geitenfokkerij waren geslacht en de rijstoogst was ten dele mislukt. Zijn teleurstelling was groot. Ingrid herinnerde Motalib aan zijn belofte aan Rockea. Dus zette hij door.

De Slopb ging zich specialiseren. In waterpompen en latrines. Eén waterpomp per tachtig mensen is nu het streven. En de Slopb ging Bengalezen trainen in het onderhoud ervan en in hygiënisch watergebruik. Het project heeft vorig jaar vierduizend mensen in Dhulia en omgeving bereikt. Tien Bengalezen zijn in dienst bij het Slopb, zeven mannen en drie vrouwen, en twee Nederlanders, een ontwikkelingswerker en Motalib.

'Ik heb ontzettend veel ontwikkelingsorganisaties daar afgelopen op zoek naar een partner. Dat bleek erg moeilijk. We proberen irrigatie, gezinsplanning en schooltjes bij andere organisaties onder te brengen. Maar die zeggen dan: sorry, ons geld voor dat gebied is op. We zijn nu wel zover dat ze hebben toegezegd ons te helpen bij de uitvoering als wij het geld vergaren.'

Een lastig te nemen hindernis was de corruptie. 'Corruptie is een vaststaand feit daar. Als je iets gedaan wilt krijgen, moet je met taka's over de brug komen.' Maar Motalib en Ingrid hadden het geluk voor de Bengalese televisie hun verhaal te mogen vertellen. 'Dat heeft zoveel indruk gemaakt, dat we vervolgens alles geregeld kregen zonder te hoeven betalen. Veertig miljoen Bengalezen herkennen ons nu. Als iemand tv heeft, komt het hele dorp kijken. Mijn verhaal is voor hen een sprookje. Ze zijn heel trots op me.'