Yanien werd ontvoerd uit haar thuisland. (Indonesia 1980)
Yanien werd ontvoerd uit haar thuisland.
PREMIUM
Yanien werd ontvoerd uit haar thuisland. © Maarten Sprangh
Yanien uit Apeldoorn werd als kind ontvoerd voor adoptie: Ik ging kapot van verdriet
Help ons bij de zoektocht naar de waarheid. Het is de diepste wens van Indonesische adoptiekinderen die tussen 1973 en 1983 illegaal naar Nederland kwamen en nu hun biologische familie willen vinden. Ze zoeken financiële steun voor een rechtszaak tegen de Nederlandse staat. „Als ik mijn biologische moeder niet had gevonden, dan was ik nu waarschijnlijk dood.“
Carmen Kuik 24-06-18, 11:00 Laatste update: 13:10
1
Java, januari 1980
De tienjarige Yanien wordt aangesproken door een kennis van haar moeder. Of ze naar de markt wil komen voor een ontmoeting. „Een onbekende vrouw wacht me op. Ze beveelt me in de taxi plaats te nemen en geeft me wat lemper (gevulde rijstrolletjes, red.) te eten. Samen rijden we weg, geen idee waarnaartoe.”
Het is het begin van een reis naar een nieuw leven. Een leven dat de inmiddels 48-jarige Yanien Veenendaal uit Apeldoorn nooit wilde. Zittend aan haar keukentafel vertelt ze geëmotioneerd over het lot dat haar als klein Javaans meisje staat te wachten.
Ik wilde naar mijn familie, maar ik kreeg twee poppen
Yanien Veenendaal
„Uren later komen we aan in Jakarta. Terwijl ik eten krijg in een warung, onderhandelen twee vrouwen over wat ze met me doen. Ik beland in kindertehuis Kasih Bunda. Dan weet ik al dat er iets vreemds aan de hand is, ik ben veel te lang van huis.”
Regelmatig valt ze stil om zichzelf te herpakken. Bijna veertig jaar later heeft Yanien nog steeds moeite met het vertellen van haar levensverhaal. In het kindertehuis hoort ze over het paradijs waarin ze terecht zal komen. „Het regent er geld, je krijgt elke dag te eten en je slaapt op een bed met een matras. Maar ik wilde alleen maar terug naar mijn dorp, naar mijn familie. In plaats daarvan krijg ik een nieuw jurkje en twee poppen.“
Zielsongelukkig
Een aantal weken later zit een totaal ontheemde Yanien op de bank bij haar Apeldoornse adoptieouders. „Dan komt de klap waar ik nooit meer overheen kom. Ik ben verdwaald en ik zal mijn huis nooit meer terugvinden. Ik heb geen idee waar mijn moeder is.“
Yaniens stemt trilt. We onderbreken het gesprek voor een kleine pauze. Ze rookt een sigaret op haar veranda die een klein beetje Indonesië naar Nederland haalt met de kleurige kussens en rieten meubels.
Over haar leven bij het Apeldoornse gezin wil Yanien niet veel kwijt. „Mijn adoptieouders verwachten dat ik een Hollands meisje wordt. Maar dat gaat niet, ik ben zielsongelukkig.” Op de kleuterschool komen ze erachter Yanien veel meer kan dan haar klasgenoten. In haar adoptiepapieren staat dat ze zes is, maar uit gebitsonderzoek blijkt dat ze tien jaar oud is. En eerste signaal voor Yanien dat met haar adoptiepapieren gesjoemeld is.
In 1995 begint de zoektocht naar haar ware achtergrond. „Doodsbang ben ik, maar de drang om te weten wie mijn familie is, is gigantisch. Het niet-weten is erger.“
(Artikel loopt verder onder de foto.)
Vlak voordat ze op het vliegtuig wordt gezet poseert Yanien in haar nieuwe jurk met de poppen die ze kreeg.
Vlak voordat ze op het vliegtuig wordt gezet poseert Yanien in haar nieuwe jurk met de poppen die ze kreeg. © Yanien Veenendaal
Voorgelogen
Ze krijgt verschillende brieven over de zoektocht naar haar familie. „Het weeshuis schrijft dat ze mijn vader hebben gevonden en een andere instantie schrijft over mijn moeder en zus. Maar ik heb niet eens een zus en mijn vader was al overleden toen ik nog in Indonesië woonde. Ik werd gewoon voorgelogen! Ook krijg ik een foto van een vrouw die mijn moeder zou zijn, maar dat is een heel andere vrouw.”
Yanien raakt furieus op de betreffende instanties. „Ze schrikken van mijn reactie en hadden nooit verwacht dat ik nog zoveel jeugdherinneringen zou hebben. Ze stuit op een wereld van vervalste persoonsdocumenten en “acting-mothers”. Het ISS (International Social Service Netherlands) schiet te hulp en via een oproep op de Indonesische televisie vindt ze uiteindelijk haar echte, biologische moeder. „Ik geloof in wonderen nu. Toen ik de foto van haar kreeg, schrok ik. Ik herkende haar meteen.”
Yanien wil haar moeder zo snel mogelijk in het echt ontmoeten en vliegt in oktober 1996 naar Indonesië. „Alles is anders dan in mijn herinnering, maar tegelijkertijd voel je: dit is thuis.”
Kinderhandel
Een van de valse documenten die Yanien kreeg.
Een van de valse documenten die Yanien kreeg. © Archief Yanien Veenendaal
Ze veegt de tranen van haar wangen en zegt het haar geluk is geweest dat ze in ieder geval haar herinneringen nog had. Die hielpen haar bij het vinden van haar waarheid. De meeste geadopteerde kinderen zijn jonger en moeten het doen met de informatie die ze krijgen. „Daarom is DNA-onderzoek zo belangrijk. Hiermee weet je honderd procent zeker of iemand familie is.
Jaren later weten we dat er gesjoemeld is met documenten. „Iedereen heeft recht om te weten waar hij vandaan komt. Daarom moet de Nederlandse overheid niet langer de kop in het zand steken en erkennen dat destijds fouten zijn gemaakt. Wij zijn slachtoffer van kinderhandel en hebben middelen nodig om achter onze identiteit te komen.”
De klanken van de windgong boven de veranda halen ons weer terug naar de druilerige lentedag in Apeldoorn. Yanien onderstreept het belang van kennis over je achtergrond. „Als ik geen hulp had gekregen bij mijn zoektocht, dan denk ik dat ik dood was geweest. Ik ging kapot van verdriet. De eenzaamheid is er nog steeds, maar ik kan het nu een plekje geven.”
Vier decennia later reist Yanien regelmatig naar het land van haar jeugd. Haar moeder is inmiddels overleden, maar met haar broers heeft ze veel contact. „Het is goed om in Indonesië te zijn, maar toch vraag ik elke keer aan mijn vrienden: als ik verdwijn, dan zoeken jullie me wel, hè?”
Rechtszaak en petitie
Juriste Dewi Deijle sleept de Nederlandse staat voor de rechter namens de stichting Mijn Roots. Mijn Roots is een stichting voor geadopteerden die zoeken naar hun biologische familie in Indonesië. Yanien Veenendaal uit Apeldoorn steunt de gang naar de rechter.
„Nederland heeft eind jaren zeventig en begin jaren tachtig niet genoeg gedaan om misstanden bij adoptie uit Indonesië te voorkomen. Uit onderzoek is gebleken dat die adopties niet altijd legaal zijn uitgevoerd. Zo werden er bijvoorbeeld kinderen ontvoerd.”
Deijle, zelf met valse papieren geadopteerd uit Indonesië, vindt dat Nederland hiermee normen heeft overtreden. Omdat er werd gesjoemeld met adoptiepapieren is het voor de kinderen van toen moeilijk om hun identiteit en de waarheid te achterhalen. „Wij willen dat de Nederlandse overheid erkent dat er fouten zijn gemaakt en dat er geld vrijkomt voor adoptiekinderen die zoeken naar hun roots. Nu moeten we zelf betalen voor die zoektocht.”